Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juli 2025
Zij was als de toon eener harp, die lang en droomend naklinkt, die schijnt weg te sterven en toch blijft. Toen zette de kleine Johannes zich op den duinrand en staarde ..., staarde in lang, roerloos zwijgen totdat het hem was, alsof hij ging sterven, alsof de groote, gouden deuren van het heelal zich statig ontsloten en zijne kleine ziel het eerste licht der oneindigheid tegenzweefde.
Alle poëzie is van hier verdwenen, sedert de toegang tot deze plaats ontsloten, en daarmede de weldadige sluier van het geheimzinnige opgeheven is. Men wandelt langs eenige perken vol van althans voor ons westerlingen zeldzame bloemen, en verwijlt eenige oogenblikken bij de kafés, welke als in een doolhof van sombere boschjes verborgen liggen.
Bekwame Frya. Ontsloten zich hare lippen, dan zwegen de vogelen en geen bladeren bewogen zich meer. Geweldige Frya. Door de kracht harer blikken streek de leeuw voor hare voeten neder, en hield de adder zijn gift terug. Reine Frya. Hare spijs was honing en haar drank dauw, vergaderd in de boesem der bloemen. Verstandige Frya.
Dat mijne gedachten te vlug waren om hierbij stil te staan, moet hier niemand verwonderen, die den aart van zijn geest kent, en weet welke de drift is, waar meê de verbeelding als voortbruischt, wanneer zy, eens met een geliefd voorwerp bezig, zich een nieuw open ontsloten ziet, waar zy door wil breken.
Ze had zich het huis voor eigen genot niet aangeworven: 't Was meer weerd dan 't geld dat zij er aan besteed had, en zij en zou al die kamers niet nutteloos gebruiken. Zoo bleven er een groot aantal leeg en vele luiken werden nooit ontsloten.
Pastoor Doening en mijnheer du Bessy stonden met Francine aan het voeteinde. Het kindje lag vredig in zijne wieg. Ze spraken niet; ze blikten allen naar Vere, die bleek en doorzichtig daar rustte, geheel veranderd en mooier in de diafane kleur van zwakheid. Ze had nog niemand gezien. Ze had hare oogen nog niet ontsloten.
Hij had den sleutel eindelijk in het slot, grinnekte van pleizier, en haalde uit de ontsloten kast een blikken beker, dien hij met whiskey vulde en voor Frits Jansen neerzette. »Nu, op je gezondheid," riep hij, de dikke, vuile lippen aan zijn eigen glaasje zettend, »op je gezondheid, baassie!" Frits nam den beker en deed een teug.
Een broeder kende ik, en dat heeft me ontroerd: „De mensch is eeuwen-lang een mensch gebleven, Zijn gister is aan ’t morgen vast-gesnoerd. Het weten heeft ons wetten voorgeschreven, De wet heeft vrede en vrijheid ingevoerd: Wij doen verfijnder, wat zij eens bedreven.” Dit weten wij, maar ’t is ons niet ontsloten, Niet of zij weten van der stof waardij.
Een vreemd verschiet had zich voor hem ontsloten. Hy droomde van dingen waaraan-i geen naam kon geven, maar die hem bitter ontevreden maakten met z'n werkelyken toestand. Hy wilde graag alles doen wat voorgeschreven is om in den hemel te komen, maar 't bidden zou zooveel beter gaan, meende hy in 'n grot met kaarsen.
Dit is een allegorie voor het volgende: Zooals het humanisme, product van de muffe boekensnuffelarij der renaissance, de oude beschaving heeft ontsloten en zoodoende kennis van de classieke schoonheid voor het nageslacht heeft mogelijk gemaakt, zoo onttrekt het renaissance-product Homunculus Faust aan de middeleeuwen en voert hem naar een hooger beschavingsstadium.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek