United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Recht naar het huis van den notaris Vereecken!" gebood de substituut zijnen koetsier. Een half uur later stapte hij af vóór de schoone woning van den notaris en vroeg den knecht, die hem opende, of hij Mr. Frederic niet zou kunnen spreken.

Groetende, deed de substituut een teeken tot den persoon, welke er in gezeten was. Beide rijtuigen bleven staan. "Goeden dag, burgemeester," zeide de substituut. "En de notaris? Leeft hij nog?" "Zeker, heer substituut," was het antwoord; "hij is beter sedert dezen morgen." "Beter!" "Ja, veel beter." "Is hij bij zijn verstand?"

Een notaris van hier moet in alle stilte in commissie alle bosschen, ertslagen en watervallen opgekocht hebben.... BERNICK. Is 't ook bekend voor wie? HILMAR. Op de societiet dachten ze dat 't voor een consortium was, lui van buiten de stad, die van je plannen de lucht gekregen hadden en zich nu vóór de prijzen stegen.... Hoe gemeen toch ... oeh! BERNICK. Gemeen?

't Was maar een paar weken geleden, dat hij in deze zelfde kamers met haar had gedanst, als een eenvoudige, bescheiden gast, en nu moest hij haar theelepeltjes tellen! dat was toch te veel verlangd van een jong, welopgevoed candidaat in de rechten; en de notaris ging immers nooit zelf op zulke zaken uit.

"Toe maar!" dreigde Flitz; maar eensklaps werd hij vuurrood, want een zeer bekend hoofd schoof het raam voorbij, en een oogenblik later klonk de winkelschel Flitz had kamers bij een bakker terwijl er onmiddellijk daarna op de deur werd getikt. "Binnen!!!" riep de notaris zoo hard dat juffrouw Doortje er "puur" van ontstelde en.... de persoon die binnentrad was de heer van Vredelust.

In de laden onder de kast vond men 's mans kleederen en het zondagspak van zonderlinge oude snede, netjes in een doek gewikkeld, onderaan. Wat willen de vrienden met de kleederen gedaan hebben? vroeg de notaris. Er was eenige woordenwisseling over; niemand wilde ze hebben, dus was het besluit: verkoopen.

Daar heb je den Notaris Bouvelt, daar ik geloof dat het een stuk van een nicht af is, die komt niet eens naar haar omzien. De man is ziek, dat is mogelijk; maar kon hij niet eene van zijn dochters zenden? al was het maar om haar naar de kerk te brengen, waar zij nu niet alleen naar toe durft gaan.

"Ach, wat ben ik ziek geweest, zoolang, zoolang!" "Inderdaad, notaris, gij zijt erg ziek geweest en hebt ongetwijfeld schrikkelijk geleden," zeide de substituut; "maar, God dank, nu is het gedaan. Gij gaat genezen. Nog eenige dagen en gij wandelt reeds in den tuin onder de milde zon."

Van wien zijt gij een zoon?" "Van een eerzamen notaris," zei de vreemdeling, "van Martin Moralès." "Van Martin Moralès!" riep mijn kameraad met evenveel blijdschap als verrassing, "alle duivels, dat is een zonderling toeval! Dus zijt ge mijn oudere broer Manuel Moralès?" "Juist," zei de andere, "en gij zijt Louis, die nog in de wieg lag, toen ik het ouderlijk huis verliet."

Ik weet, dat ik een dolzinnige dwaas was, terwijl ik mij inbeeldde, een groot held en vermaard dolend ridder te wezen, en het eenige, dat mij troost, is, dat ik gedurende mijne verblindheid alleen zotternijen en dwaasheden, maar geen misdaden heb begaan. Mijn einde is nabij; brengt mij dus een biechtvader, wien ik mijn zonden bekennen en een notaris, wien ik mijn laatsten wil opgeven kan.