United States or Cayman Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sommigen van zijn gevolg droegen kleine gouden sieraden. Zij schenen aan dit metaal geen bijzondere waarde te hechten, en verruilden het bereidwillig voor nesterijen. Hoe meer Columbus het land onderzocht, hoe meer de schoonheid er van hem bekoorde. Zijn schoone en weelderige valleien werden voldoende besproeid, en vele, zelfs de grootste hoogten, konden tot aan de toppen toe bebouwd worden.

Het gelaat van den dus ondervraagde werd nog bleeker dan het reeds was; maar toch, hij antwoordde dadelijk, en op den toon van iemand, die zeker is van zijn zaak: "Ik begrijp niet hoe de groote Old Firehand zich de moeite geeft, om over zulke nesterijen te praten. Dat had ik nooit van hem kunnen denken.

"Het zal mij aangenaam zijn, lieve," viel de huisvrouw in, "als je niet zoo maar iedereen uitnoodigt, om wegens zulke nesterijen mijn huis te overloopen." De lieve herhaalde zijne uitnoodiging niet, maar zeide: "Je hebt gelijk, goede vrouw! Hoe gaarne ik de heeren zien zou, ik heb het tegenwoordig nog al druk met mijn werk over den grooten Hervormer."

Een hemelsch aanminnig gezicht heb ik aanschouwd, en nu eerst zie ik in, dat alle genietingen van dit ondermaansche slechts nesterijen en kinderspel zijn, dat zij verdwijnen als een schaduw, en verwelken gelijk de bloemen des velds." "Maar, sakkerloot, heer, wat hebt gij dan daar wel in die hel te zien gekregen?" vroeg Sancho. "Eene hel noemt gij dat?" riep Don Quichot.

We hooren er hoogstwaarschijnlijk nooit meer iets van." Dat was ook zoo. Toen Flipsen met zijn proces-verbaal bij den burgemeester kwam, lachte deze den veldwachter hartelijk uit. "Ben je dwaas, Flipsen," zei hij. "Denk je, dat we met zulke nesterijen bij den Officier van Justitie kunnen komen?" "Maar burgemeester, 't is toch diefstal?" zei Flipsen knorrig.

»Vraag dat maar eens aan de anderen; ik heb het hun verteld," antwoordde Vermaat, terwijl hij een flesch open trok. »Och, oude nesterijen!" zei de grijze wachtmeester schouder-ophalend. »Maar de ritmeester handelt verstandiger dan jij, Vermaat; hij toont, dat hij 't geen vroeger tusschen jullie is voorgevallen, vergeten en vergeven heeft." »Wie zègt je, dat hij vergeten heeft?" vroeg Reinier.

Maar die heerlijkheden brachten we mee in ons eigen jongenshart. Het vuil zagen we niet, den stank roken we niet aan zulke nesterijen raakt een mensch gauw gewoon en alles lag overdekt door den glans onzer verbeelding, de heele atmosfeer was doortrokken van gelukszon. Jeugd is zaligheid, mits ze vrijheid hebbe. En die vrijheid hadden we, namen we, op straat.

Och! wij allen garen van die nesterijen op, zonder er veel naar om te zien, zoolang we 't goed en gezellig hebben. Wij weten nog niet hoe dierbaar zij ons kunnen worden, als wij oud en eenzaam geworden zijn, en de trouwe handen, uit welke wij ze vóór jaren ontvingen, de onze niet meer drukken kunnen.

De Noord-Hollander ziet u aan, hoort u aan, weerspreekt u niet, maar verstaat u ook niet. Zij, die, gewichtig doend met nesterijen, elkander deswege aanbrieschen en plukharen in staat of kerk, ontlokken hem zelden een oordeel, vóór zoomin als tegen, doch in den regel enkel een kostelijke gezichtsvertrekking van trage verbazing.