Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Vanavond zal ik er een paar woorden over spreken met don Balthazar de Zuniga, mijn meester, die de oom is van den graaf en nu met hem in de regeering zit." Navarro vroeg mij vervolgens nog mijn adres en daarna scheidden wij. Den volgenden dag al zag ik hem weer bij mij. "Mijnheer de Santillano," zei hij, "ge hebt een beschermer, mijn meester wil u helpen.
Mijn secretaris begon na te denken. Hij zag in, dat wij met een man te doen hadden, die ons misschien naar den toren van Ségovië kon zenden en verzette zich dus niet langer tegen ons vertrek uit Madrid, dat wij besloten den volgenden dag te verlaten. Wat Gil Blas belette zijn voornemen uit te voeren en het hof te verlaten en van den gewichtigen dienst, dien Joseph Navarro hem bewees.
Wat zou het een genot zijn voor den onderzoeker, daar in de afdeeling voor muziek de werken terug te vinden, waarvan de meeste onuitgegeven, van de beroemde kapelmeesters uit de 15de en 16de eeuw, Francisco Penalosa, Bernardio Ribera, Andres Torrentes, Morales, Escovedo, Pedro Fernandes, Antonio Bernal, Navarro.
Ik maakte een diepe buiging en antwoordde, dat ik zeer veel verplichting had aan Navarro, die mij de protectie had verschaft van een staatsman, dien men met recht "den fakkel van den ministerraad" noemde. Bij dit vleiend antwoord klopte don Balthazar mij lachend op den schouder en zei: "Ge moet morgen nog maar eens naar den eersten minister gaan, dan zult ge wel beter over hem tevreden zijn."
Daarna zei hij nog: "Indien ge naar Madrid gaat, bezoek dan Jozeph Navarro, mijn neef, hij is chef van dienst bij don Baltazar de Zuniga en ik durf te zeggen, dat hij uw vriendschap waard is, hij is levendig, flink en voorkomend. Ik zou wel wenschen, dat ge met hem kennis maakte."
Dat kan wel; maar er zijn tweehonderd dukaten uitgeloofd voor hem die den man aangeeft. Ik weet dat er een wachtpost is anderhalve mijl van hier, en vóor het dag is, zal ik eenige flinke kerels meebrengen. Ik zou zijn paard wel hebben genomen, maar dat is zoo lastig, dat alleen Navarro het naderen kan. De duivel hale je! zeide ik. Wat voor kwaad heeft die arme kerel je gedaan, om hem aan te geven?
Ik antwoordde, dat ik niet zou nalaten Joseph Navarro te gaan opzoeken, zoodra ik in Madrid zou zijn, waarheen ik wel zou terugkeeren. Vervolgens verliet ik het bisschoppelijk paleis, om er nooit weer een voet in te zetten. Indien ik mijn paard nog had gehad, zou ik zonder twijfel naar Tolédo zijn gegaan, maar ik had het verkocht, omdat ik het niet meer dacht noodig te hebben.
Ik was te trotsch om aan iemand mijn nooddruft mee te deelen; ik kende niemand, die mij zou kunnen helpen dan Joseph Navarro en tot hem durfde ik mij niet wenden, omdat ik hem in den laatsten tijd sedert ik aan het hof kwam te veel had verwaarloosd. Ik was verplicht geweest mijn goed stuk voor stuk te verkoopen; alleen het hoognoodige aan kleeren had ik overgehouden.
Dadelijk ging ik naar don Balthazar, om hem te bedanken voor de mij bewezen diensten en naar mijn vriend Joseph, wien ik een getrouw verslag wilde doen van al wat er tusschen den eersten minister en mij was besproken. Van het geheime onderhoud, dat Gil Blas had met Navarro en van het eerste werk, dat de graaf van Olivarès hem gaf.
Na alles wat ik hem van u heb gezegd, heeft hij mij beloofd, met zijn neef over u te spreken en ik twijfel er niet aan of dat zal in uw voordeel zijn." Twee dagen later stelde Navarro mij voor aan don Balthazar, die mij zeer vriendelijk ontving. "Mijnheer de Santillano," zei hij, "uw vriend Joseph heeft mij zooveel goeds van u verteld, dat het mij een genoegen is, u van dienst te kunnen zijn."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek