United States or Latvia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op dat oogenblik kwamen Koenraad en de Amerikaan binnen met een kalm en zelfs vroolijk gelaat; zij wisten ook niet wat hun wachtte. "Jongens, mijnheer," zei Ned Land, "uw kapitein Nemo, de duivel hale hem! heeft ons een zeer aardige uitnoodiging gedaan." "O, zoo," zei ik, "gij weet dus...."

Het geslacht van den harpoenier was uit Quebec afkomstig, en telde reeds tal van stoutmoedige visschers in den tijd toen deze stad aan Frankrijk behoorde. Ned kreeg langzamerhand meer lust in het praten, en ik hoorde gaarne het verhaal zijner avonturen in de Poolzeeën.

Is het onwillekeurig dat Ned Land zijn harpoen op mij heeft afgeworpen?" Ik bemerkte in de woorden een kwalijk bedwongen toorn.

Uw Nemo gaat hoe langer hoe verder van land af, en trekt weer naar het noorden. Doch ik verklaar u, dat ik genoeg van de Zuidpool heb en ik hem niet naar de Noordpool zal volgen." "Wat wilt gij dan, Ned, want een vlucht is op het oogenblik toch onmogelijk?" "Ik blijf bij mijn meening; wij moeten den kapitein er over spreken.

Verscheidene malen naderden wij hem tot op eenige vademen, en de Amerikaan hield zich gereed om hem te treffen, maar het beest dook dan plotseling, zoodat het onmogelijk was het te bereiken. Men begrijpe de woede van Ned Land. Hij wierp het ongelukkige dier de krachtigste Amerikaansche vloeken naar den kop.

Met deze treffende woorden ijlde hij voort, wierp de deur van de purperen zaal open, en was op het punt binnen te treden, toen hij " "Een verdoovenden slag ontving met een Grieksch woordenboek, dat een gedaante in een zwarten mantel hem naar het hoofd gooide," vervolgde Ned.

Voor er acht dagen om waren zou de Abraham Lincoln de golven der Stille Zuidzee klieven. Op de kampanje gezeten, praatten Ned Land en ik over koetjes en kalfjes, terwijl wij onze blikken over die geheimzinnige zee lieten dwalen, wier diepten tot nog toe voor den menschelijken blik ondoordringbaar waren gebleven.

"Zien!" riep de harpoenier, "maar men ziet niets, en zal nooit iets zien in die ijzeren gevangenis; wij varen in den blinde...." Toen Ned dit zeide, werd het eensklaps donker als de nacht. Het licht aan de zoldering verdween, en wel zoo snel, dat mijne oogen er pijnlijk door werden aangedaan, evenals dit geschiedt, wanneer men van de diepste duisternis plotseling in het schitterendste licht komt.

"Die vervloekte kapitein hield ook juist stil op het oogenblik dat wij zijn schuit zouden ontvluchten." "Ja, Ned, hij moest bij zijn bankier zijn." "Zijn bankier!" "Of liever zijn bank; ik versta daardoor dezen Oceaan, waar schatten beter in veiligheid zijn dan in de schatkist van den Staat."

"19,3 kilometer, kapitein!" "Stook op!" beval Farragut. De machinist gehoorzaamde; de manometer teekende tien atmosferen; maar de visch schoot ook vooruit, want zonder moeite liep hij ook 19,3 kilometer. Welke jacht! Neen, ik ben niet in staat om de ontroering te beschrijven, welke mijn geheele lichaam deed trillen. Ned Land was op zijn post met de harpoen in de hand.