Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 oktober 2025


"," zeide Musette; "ik vind nu mijn avontuur lang zoo aardig niet meer; ik zal in het hotel De Bloote Hemel moeten gaan logeeren; ik ken het heel goed, het kan er zoo gemeen tochten." "O, mevrouw," zeide Marcel, "als ik de rijkdommen van Plutus bezat, dan zou ik u een tempel, schooner dan die van Salomo, aanbieden, maar ..." "Ge zijt geen Plutus, vriendlief.

"Ik had er dadelijk wel vermoeden op," zeide Sidonie, zichzelf in de rede vallend; "ik heb ze den geheelen avond in het oog gehouden, en waarachtig de jonge man is zoo kwaad niet. Kort en goed, zij zijn, zonder een woord te zeggen, weggegaan, en een kraan, die ze vinden kan. Doch hoe het zij; het is eigenlijk te gek om los te loopen, wanneer je bedenkt, dat Musette dol op Marcel is."

Musette keek rond of zij geen rijtuig zag, maar er was geen te bekennen. Daar zij juist in de straat was, waar haar vriendin Sidonie woonde, die Marcel's brief naar haar doorgestuurd had, kwam zij op het denkbeeld even bij haar binnen te gaan en daar te wachten, tot het weer wat beter zou zijn. Bij madame Sidonie vond zij een groot gezelschap bijeen.

"Het heeft toch ook zijn goede zijde, om arm te zijn!" zeide Maurice met iets van afgunst en droefheid in zijn stem. "O neen," antwoordde Musette; "als Marcel rijk was, zou ik hem nooit verlaten hebben." "Ga dan maar," zeide de jonge man en gaf haar de hand. "Die nieuwe japon staat je heel goed!" "Inderdaad het is of ik er vanochtend een voorgevoel van gehad heb.

Veertien dagen woonden Musette en Marcel al samen en leidden, hoewel zij dikwijls zonder geld zaten, het heerlijkste leven der wereld. Musette voelde voor Marcel een toegenegenheid, die niets gemeen had met haar vroegere verliefdheden, en Marcel begon bang te worden, dat hij werkelijk van zijn maîtresse zou gaan houden.

Met angst en beven zag hij dan ook het oogenblik naderen, waarop hij zou moeten scheiden van Musette, die, hoewel zij zich haar handen, hals en toebehooren liet kussen, hem telkens, wanneer hij door middel van inbraak in haar hart trachtte te dringen, zachtjes van zich af stiet.

Maar die heeft met de zaak niets te maken." "Maar dat is een buitengewone openhartigheid." "Je weet wel, dat ik anders ben dan de anderen," antwoordde Musette. "Maar wat zou je wel van mij denken, als ik je liet gaan, nu ik weet waarheen je gaat. Bedenk toch eens Musette, zoowel voor jou als voor mij zou dat in het geheel geen pas geven. Je moet je maar excuseeren bij dien jongen man."

Ziehier de reden van hun verbazing: mademoiselle Musette, die sedert eenigen tijd met haar vriend den staatsraad gebrouilleerd was, was op een zeer kritiek oogenblik door hem in den steek gelaten. In opdracht van haar schuldeischers en van haar huisbaas waren haar meubels in beslag genomen en naar beneden gebracht, om den volgenden dag weggehaald en verkocht te worden.

Je begrijpt toch, dat die jongen mij noodwendig zoenen zal." "Musette," vroeg Maurice; "heb je ooit iemand ontmoet, die zoo inschikkelijk is als ik?" "Mijnheer de vicomte," antwoordde Musette; "toen ik onlangs met lord * op de Champs Elysées een wandelrit maakte, heb ik Marcel daar ontmoet met zijn vriend Rodolphe: ze waren te voet, zaten slecht in hun kleeren en rookten hun neuswarmertjes.

Mijnheer Casimir Bonjour zal den dag, waarop men hem zal komen vertellen, dat hij tot lid van het Instituut gekozen is, nooit zoo verwonderd kunnen zijn als Marcel en Rodolphe waren, toen zij bij het huis van mademoiselle Musette kwamen.

Woord Van De Dag

veerenbed

Anderen Op Zoek