Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
En waar zij liggen duister in de scheemring met hun vrouw, met hunne broers en zusters, maakt hij ze vast en moedig. De nacht geeft ze sterker aan het licht dan zij ze nam. Maria lag roerloos. De goê gedachten, die zij gehad had den dag, stijfden zich in haar, en werden en maakten haar vast.
Zij was reeds uitgeput van vermoeidheid en nog altijd in het bosch. Bij een kastanjeboom gekomen, dien zij herkende, hield zij weder stil, en langer dan de vorige keeren, om voor de laatste maal eens goed te rusten; toen spande zij al haar krachten in, vatte den emmer weder op en ging moedig voort.
De Colonel FOURGEOUD deelde in alle deeze vermoeienissen en gevaaren, en dat op zyne jaaren, het geen tegen de gebreken van zyn caracter in aanmerking moet genomen worden, en dienen kan, om hem den naam van geduldig en moedig toe te kennen.
Een hoop van bij de veertig Franse ridders ziende, liep hij te midden onder hen; doch Jan Borluut vervolgde hem met een groot getal Gentenaars. De veertig ridders waren weldra verslagen, en nog verdedigde Rodolf de Gaucourt zich altijd even moedig.
Zoo scheidden de beiden; en, na zijn moedig strijdros bestegen te hebben, reed de ridder door het woud weg. Koning Jan. 'k Wil u iets zeggen, vriend: Het is een echte slang op mijn weg; Want waar ik ooit mijn voeten zetten mag, Dáár ligt hij voor mijn schreên. Verstaat ge mij? Koning Jan.
Op een andere keer herinner ik mij, dat ik niemand bij mij had dan een mijner knechts en kort na het Ave Maria ging ik langs het kerkhof der Minderbroeders, waar men denzelfden dag een vrouw had begraven en toch was ik heelemaal niet bang. Hebt daarom geen wantrouwen, want ik ben te moedig en vermetel.
Oud moedertje is heel moedig in hun tegenwoordigheid. Thans is zij, o, zoo mistroostig. Oud moedertje schreit op de schemerige vliering. Ze schreit, o, zoo droevig. Wij zitten tegenover elkander. God zit ook op het vlierinkje, zeg ik tot de oude grootmoeder. En dat gelooft zij. En wij leggen de vier handen ineen.
Men heeft in diergaarden meer dan eens een bitteren haat opgemerkt tusschen Kranen van verschillende soorten; soms heeft de een den anderen gedood. Toch behooren zulke gebeurtenissen tot de uitzonderingen, want eigenlijk zijn de Kranen wel plaagziek en moedig, maar niet boosaardig, valsch en arglistig.
Daarop verscheen er zonder dat men zeggen kon van waar, een optocht van mieren, die haar dagtaak aanvingen. Een van haar sleepte moedig een doode spin, vijfmaal grooter dan zij zelve, tusschen hare pooten voort en zette die op een boomstam.
Het heeft ons de overlevering, den eeredienst, den godsdienst, den eerbied weder geschonken. Het is trouw, moedig, ridderlijk, beminnend en verknocht. Het huwt, hoewel met leedwezen, aan de nieuwe grootheid der natie de eeuwenoude grootheid der monarchie.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek