United States or Bermuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook thans nog ziet men de levende Kroonduiven het veelvuldigst in de dierentuinen van Nederland. Bij eenvoudig voedsel houden zij zich zeer goed, komen in beschutte ruimten den winter goed door en broeden, althans in den Londenschen dierentuin, vrij geregeld. Ook in andere diergaarden hebben de Kroonduiven herhaaldelijk eieren gelegd en uitgebroed, maar nog nooit jongen grootgebracht.

Zulke gevangenen zijn herhaaldelijk naar Europeesche diergaarden gebracht; de eerste in 1862 naar Londen, de tweede in 1863 naar Amsterdam. Zij verzwelgen haar buit in zijn geheel, zelfs een groote Muis of een dikke Musch. Het doorslikken heeft zeer langzaam plaats: van de Muis blijft de spits van den staart dikwijls een half uur lang buiten den bek zichtbaar. Zij is 25 cM. lang.

In de diergaarden werpen zij in Mei hun gewei af en "vegen" in September. Bij de op groote schaal uitgevoerde drijfjachten van de Maleische vorsten worden dikwijls vele honderden Manenherten gedood, hoewel men geen vuurwapen, maar alleen zwaarden en speren gebruikt om ze te vellen, of strikken bezigt om ze levend te vangen.

Zij namen een viermaal zoo groot aantal jagers in dienst en stelden opzichters over het wild aan, die kleine hutten op de hooge Alpen bewoonden. Zij lieten jonge Steenbokken opvangen, die in diergaarden grootgebracht werden, daar de aartsbisschoppen Steenbokken aan buitenlandsche hoven ten geschenke zonden. In het jaar 1694 was de wildstand toegenomen tot 72 bokken, 83 geiten en 24 jongen.

Een enge gevangenschap bevalt het rendier zeer slecht; toch verdraagt dit dier het verblijf in onze diergaarden zeer goed, zoolang het behoorlijk behandeld wordt; ook plant het zich voort in ons klimaat. De bij ons in 't laagland heerschende zomerwarmte is voor dit vee niet gunstig.

Hij kenmerkt zich vooral, doordat de halsband op kastanjebruinen grond van achteren wit gestippeld is. Evenals de beide vorige soorten treft men hem dikwijls levend in diergaarden aan.

Thans ziet men den Nylgau in alle diergaarden, waar hij zich geregeld voortplant. In Italië heeft men een aantal van deze dieren in de bosschen van het koninklijk domein losgelaten; sedert 1866 hebben zij zich in vrijheid voortgeplant en aan de winterkoude weerstand geboden. Wegens hun uitmuntend vleesch en voortreffelijke huid zijn zij als jachtdieren zeer gezocht.

Eerst sedert eenige tientallen van jaren ziet men Bisons in onze diergaarden. Een Engelsche Lord had, naar men mij te Londen verhaalde, eenige paren uit Amerika ingevoerd en op zijne bezittingen in Schotland hiervan een kudde van 15

Er komen betrekkelijk niet vele soorten van deze apenfamilie in de Europeesche diergaarden voor, en ook deze ziet men er niet algemeen. Het meest ziet men Rolapen op onze wilde-dierenmarkt, veel zeldzamer een Slinger-, hoogst zelden een Eekhoornaap, een Saki of een Nachtaap. Voor zoover mij bekend is, zijn slechts weinige exemplaren van Brul-apen in levenden toestand in Europa aangekomen.

Herhaaldelijk heeft men dezen Vogel, die zich gemakkelijk laat temmen, naar Europeesche diergaarden overgebracht. Hij eet groene vruchten, waar hij, zoo noodig, stukken uitbijt; hij is het eenige lid van zijn familie, die dit doet. Groote vruchten maakt hij stuk, zonder ze met de pooten vast te houden; een noot kan hij gemakkelijk kraken.