United States or Belgium ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het is ook een aardig gehoor, die vroolijke muziek, terwijl de trein u door de heerlijke dreven van het vruchtbare Campanië voert. Het koren en de mais zijn bijna rijp. In de goudgele velden staan bovendien nog allerlei vruchtboomen, met vijgen, citroenen of mispels beladen, terwijl de wingerden in guirlanden met de jonge druiventrossen dicht boven de aren hangen.

Volgens dat mijn vader zeide, was er op de wereld geen bijgelooviger mensch dan deze Jakob Mispels, en hij had het hoofd van mijnen oom zoo vol gestoken met allerlei vertelsels van spoken en geesten, dat het kind op zijn twaalfde jaar zelfs bij klaren dag geen oogenblik meer alleen dorst blijven.

Hij meende, ten onrechte misschien .... maar zijn inzicht was toch zuiver, hij meende, dat valsche vrienden u op een gevaarlijk dwaalspoor brachten en u wetens en willens bedrogen. Hij achtte zich insgelijks overtuigd, dat de tegenwoordigheid van uwen hovenier, Jakob Mispels, voor u schadelijk kon zijn.

In den geest van Willem was de onfeilbaarheid van den dood zijns ooms eene zoo sterke overtuiging, dat hij niet de minste vonk der hoop had behouden. Jakob Mispels scheen vernietigd; hij had zich het aangezicht met de handen bedekt, uit vreeze van ijselijke dingen te zien, en zat diep voorovergebogen als iemand, die zich zoo klein mogelijk maakt en den rug biedt aan de slagen des vijands.

Jakob Mispels had zijnen meester in het eerst met diep medelijden aanschouwd, en hij had zelfs eenen glinsterenden traan van de wangen gevaagd. Nu evenwel klopte het benauwde hart hem onstuimig in den boezem en hij begon op zijnen stoel te woelen.

Ik verlang het niet. Zet u neder en blijf rustig." "Alzoo?" kreet Jakob Mispels met tranen in de oogen, "het is wel waar, het is onherroepelijk? Ik ga mijnen goeden meester verliezen voor altijd?" "Vandaag, binnen acht dagen of later, wat is daaraan gelegen, Jakob? Het leven is op zich zelf niets; het is een klein gedeelte van ons bestaan, een enkele stap der ziel in de baan der eeuwigheid."

Er was niets aan te doen, hij eischte zijn loon, verwijderde zich in aller haast en liet de beide vrouwen, met koffer en met doozen te midden van den weg staan. Op het gerucht dezer korte betwisting was Jakob Mispels met zijne vrouw achter het hek verschenen. "Beware ons God!" morde hij spijtig, "daar hebt gij Theresia De Wit met eene meid en eene volle lading reisgoed.

"Maar welken dood, om 's hemels wil? Gij maakt mij dwaas en dom, Jakob!" riep de jongeling met spijtig ongeduld. Er heerschte eene wijl stilte, gedurende welke Jakob Mispels zijnen moed scheen samen te rapen. Dan mompelde hij met teruggehoudene stem: "O, Willem, gij zult ook wel verbleeken en beven, kind. Ik heb u dit niet seffens willen zeggen, om u niet plotselijk te ontstellen.

Zoo is integendeel de dweperij met kloppende tafels, sprekende geesten en andere dingen van dien aard het bijgeloof van de hoogere en middelbare standen der maatschappij, inbeeldsels, even belachelijk als de droomen van Jakob Mispels, en zeker min verschoonbaar.

"Zij waren lustig aan het spelen, maar een der knechts stoot met zijne mouw het krijt van de tafel en bukt zich om het op te rapen. Wat ziet hij, o hemel! Hij ziet, dat de vreemde makker paardevoeten heeft!" Ondanks zijne verveling kon Willem zich niet wederhouden van met de wonderlijke eenvoudigheid van zijnen ouden leidsman te lachen. "De arme knechts lachten niet," hernam Jakob Mispels.