Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 september 2025


Soms gaat er uit dit hol een waschbeer met hem mee en dwalen hun sporen mijlen ver samen; vaker komt hij er alleen weer uit en kunt ge hem volgen: hoe hij andere waschberen bezocht heeft, of in een van zijn andere boomen is gaan slapen, of in een wijden kring weer naar den boom gebogen is, waar hij vandaan kwam en waar hij verder gaat slapen, tot hij er door de lentezon en het minnelied van 't meesje weer uitgelokt wordt voor een volgend seizoen.

Eene jeugdige Tankadere, die haar platboomd vaartuig door de sombere wateren van de Houang-Pou voortdreef, zong een droefgeestig minnelied: »Mijn bootje met frissche kleuren is versierd met duizenden bloemen. Ik wacht hem met een van verlangen brandend hart! Hij moet morgen terugkeeren! Dat God hem bewake! Dat uwe hand hem bij zijn terugkomst bescherme! Verkort hem zijn langen weg!"

Het spotlied is echter somtijds ook, zooals wij boven zagen, de direkte parodie van het minnelied. Teekenend lijkt mij de verzuchting: Ik wou wel om een gulden, Dat mijn haartje krulde. Zie Boekenoogen, Onze Rijmen 69. Nu nog een paar andere spotliedjes, die ik bij Van Ginneken, Handboek der Nederl. Taal I, bl. 359, 419 vind.

De Vikingers worden in Walhalla door de Walküren onthaald op het vleesch van het wilde zwijn Skrimmer. Als de melodie treurig is, dansen ze langzaam, en als de muziek vroolijk is bij een minnelied of een zegezang, draven ze hard en trekken elkander mee. Het lijkt meer op een plechtigen dienst, die met grooten ernst wordt vervuld, dan op een groep jongelui, die zich amuseert.

Zwijge dan de oude roman! Zwijge novelle, spijt en spel van hovelingen, Zwijge het minnelied van suikerzoete rijmen, het lied dat lusten en liefden van lediggangers bezingt, Enkel geschikt om gezongen te worden bij het banketteeren in den nacht, als de late dansers huppelen op de maat van vroolijke klanken, De ongezonde genoegens en buitensporige vermaken der enkelen, In geuren, gloed en wijn, onder het schitterlicht der kaarsen.

Zijn stem is een hoog, helder en ver hoorbaar gefluit, dat ongeveer als "tsjiea" klinkt en een zeer aangenamen indruk maakt; hij lokt met een zacht "diek diek", toont angst door een krijschend "kruu kruu", en laat in den paartijd, doch uitsluitend gedurende het vliegen, een op fluitspel gelijkend minnelied hooren, waarvan de vele malen herhaalde klanken "dahudl dahudl dahudl" een voorstelling kunnen geven.

Ten tijde der kruistochten bestuurden de vrouwen in elk geval dikwels een leen gedurende de jarenlange afwezigheid der mannen. Menig lied der troubadours tot lof der hoge dames is minder te beschouwen als een minnelied dan wel als de hulde van een onderdaan aan zijn meesteres, feitelik een soort vazallenhulde die zich ook geheel en al in de formules van het leenstelsel beweegt.

Luisterende, hoorde de gast, dat een vrouwenmond een vurig minnelied zong. En de nieuwsgierigheid dreef hem, het wezen, te zien, dat aan den stillen nacht haar meisjesklachten toevertrouwde. Hij vond in de aangrenzende kamer een jonkvrouw, een zeldzaam bekoorlijk schepsel.

Wij kennen het geheim uwer ontbreidelde kracht. Bruist, ziedende golven, valt donderend aan den voet der aarde neder! Wij verstaan dat zieden en bruisen, dat donderend geweld. Aarde, zee en winden, zingt uw grootsch minnelied. Hemel, Tijd en Ruimte, weergalmt van dien zang! Want het leven heeft ons het antwoord op zijn raadsel toegeroepen!

Nu kwamen zij gewis ter goeder ure; want bij het klinken der bekers behooren muziek en zang. Het eerste gezelschap zong een minnelied in de Walsche of Fransche taal. Zeer geestig waren de rijmen en trippelend en vroolijk het deuntje; maar evenwel, zoohaast het ten einde was, ontstond van alle kanten, tusschen de toejuichingen zelve, de roep: "Van de Kerels! van de Kerels!

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek