United States or Saint Barthélemy ? Vote for the TOP Country of the Week !


De twee grote beschavingsfaktoren: het Kristendom en het leenstelsel hadden daar ginds veel minder revolutionaire invloed dan meer in het Noorden, en de Romeinse kultuur van vroeger tijden bleef schrap staan tegen de nieuwe levensvormen en hield vol energie stand. En hier moest het Kristendom menig kompromis aangaan met de oude Romeinse kultuur.

Vooral de weinige vrijen, die er na de invoering van het leenstelsel overbleven, hadden het zwaar te verantwoorden. De eene stad was bijna onophoudelijk in oorlog met de andere; vandaar dat de burgers, zelfs in de residentie van den Paus, hunne huizen versterkten met zware balken en ijzeren traliën.

Eene andere eigenaardige instelling was het #ridderwezen#. Evenmin als van het leenstelsel kan men zeggen, #wanneer# of #hoe# het ontstaan is. Dit is zeker, dat het langzamerhand werd ingevoerd bij alle Germaansche volken. Even zeker is het, dat Hendrik I van Saksen de grondslagen voor het ridderwezen heeft gelegd, en dat de kruistochten veel tot den bloei er van hebben bijgedragen.

Dat was ook de reden waarom Zuid-Frankrijk zo goed als geen aandeel heeft in de Franse en Duitse heldendichten die hun grond en verklaring vinden juist in die Germaanse stam-geest en het leenstelsel. Alleen de negatieve zijde van het leenstelsel als men het zo uitdrukken mag d. w. z. de individualistiese anarchie der baronnen vond daar een vruchtbare bodem.

Hier waren ridders bij elkaar die gewoon waren hun leven op eigen hand te leven en zich neer te slaan, of in dienst te treden, dan hier en dan daar; het gehele leenstelsel berustte op het vrije kontrakt; de nieuwe maatschappij die zich vormen zou, wees vooruit en voelde zich zeer weinig solidair met de overleveringen van het oude Frankrijk der Karolingiërs en nog was het slechts een vrije, bewegelike gastvrijheid, nog ver verwijderd van een nieuwe maatschappelike geest, die de vele kleine centra geschapen hadden.

Oost en West hebben tot de grootheid van het land bijgedragen, en het is voor menigeen onzer een reden tot groote verbazing, dat een land, dat zoolang geïsoleerd heeft gestaan en zoovele jaren in de boeien van het leenstelsel geklonken is geweest, binnen een betrekkelijk korte tijdsruimte ons Westersch stelsel van oorlogvoeren volkomen meester is geworden en evenzeer zich vele van onze ethische en sociale denkbeelden heeft eigen gemaakt en een wereldmacht is geworden.

Hij voerde het leenstelsel in Palestina in; verdeelde het land in groote leenen, die hij aan de voornaamste ridders schonk, en vaardigde werken en bevelen uit, die men Assisen of Grondwetten van Jeruzalem noemt. Het volgend jaar reeds, in 1100, stierf Godfried van Bouillon. Later onderscheidde zich Boudewijn, Graaf van Vlaanderen en Henegouwen, in den vierden kruistocht.

Had men toen een boek geschreven om op de verandering aan te dringen, het kon de gebreken van het leenstelsel duidelijk genoeg bewezen hebben; maar wanneer het getracht had den zegen van nationalen vrede en macht onder één enkelen heer te schilderen, zou het weinig indruk gemaakt hebben.

Fransche historici beschouwen den langdurigen strijd der mindere klassen of van den derden stand in Frankrijk, tegen de Fransche Koningen en tegen den van Germaansche tijden dateerenden adel en zijn leenstelsel, als een strijd van de onderdrukte Romano-Celten tegen den Germaanschen nationalen geest.

In Friesland was die overgang echter niet zoo groot als in andere landstreken: want nevens de geestelijkheid en den in aanzien stijgenden Adel, of de groote grondbezitters, had de algemeene volksvrijheid hier een stand van vrije mannen gevestigd, die als huurders het land bebouwden of handel dreven en handwerken uitoefenden, en wier dienstbaren zelfs geene slaven of lijfeigenen waren, zoo als elders . Hier kende men geen Leenstelsel en ook geene Graven of Heeren, die elders, door het schenken van vrijheden en voorregten of privilegiën, de aan hen onderworpene of lijfeigene ingezetenen vrij verklaarden en daardoor de verheffing van de Steden bevorderden.