United States or Norway ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gij zult mij smeeken om terug te keeren, viel hijgend Milly hem in de rede. Geloof dat niet. Ze sprong gekwetst overeind. Hare vuist raakte het lichte tafelblad en de kandelaar, die omknikte, viel zonder vlam op het tapijt in zijn dooden schermhoed neer. Bleek was ze en onverkennelijk. Een schichtige gloed schoot onder de schaduw van haar voorhoofd in dubbele bliksems uit. Ze beefde.

Wat ik weet en gis, maakt inderdaad twee vreemdelingen van ons. Gij wilt mij verlaten .... Nee, Milly, zoo niet te werk gaan, kind. Zet u daar .... Kom, zet u liefst nevens mij. Ge denkt dat ge zeer verstandig handelt en ge doet juist ongewoon brutaal en gevoelerig. Indien wij tot elkaar willen ernstig spreken, moeten wij dat beproeven in eene zelfde taal. Ge zijt inderdaad zeer opgewonden.

En de knapzak, die licht was, wordt zwaar langs achter, wordt zwaarder en zwaarder, en trager wordt de oudere reiziger, trager tot hij stillestaat, en valt. Dat zou eene akelige voorstelling zijn, meende Milly. Ja, maar een dichter is doorgaans akelig bij essentie. Ik ben geen dichter, Goddank! Werktuigelijk, al starend op de violette druivenkorrels, herhaalde zij: Neen, gij zijt geen dichter.

Maar .... gij kent Milly niet. Hij keek, bij zijn laatste woord, plots Ernest in de oogen. Zijn blik was fijn en puntig, niet vorschend echter en niet hinderlijk. Onder dien blik meende Ernest tegelijk dat zijne ziel bloot lag. Hij werd verlegen en trachtte zijne verlegenheid onder den vorm van eene brutale onverschilligheid te bergen. Hij hoestte. Ik heb honger, sprak hij.

Milly d'Orval had Rupert, na het eerste jaar, zoo lief, dat ze buiten hem niet meer denken, niet meer zijn kon. Hij speelde met haar. Hij gaf zich aan haar over, weliswaar zonder geweld, zonder eigen-verkrachting, maar tevens met eene zelf-beheersching, die dadelijk alle willende passie uitsloot.

Dezen avond hebt ge mij ontboden. Ik kom, Milly, ik kom zonder iets tot u, omdat ik dacht dat mijne liefde voldoende was. Ik kan dat met u niet beredeneeren. We staan, vrees ik, te ver van malkander af, en we zouden malkander niet begrijpen. Gij vraagt wie ik ben, en ik ben uw eigendom. Gij spreekt van mijn vrouw, en gij weet dat ik ze, om u, al lang verlaten heb.

Zij roept dat er geen God is en dat de mensch op eigen krachten en naar eigen inzicht moet handelen. Al wat Doening doet en zegt, het blijft aan de oppervlakte, het is een oogenblikkelijke troost, die door het volgend oogenblik vernield wordt. Zij wil niet naar huis keeren en, in haar hart, wekt zij het plan om zich op Milly te wreken.

Ze beet op haar lippen om niet in tranen los te barsten of niet in gramschap uit te schieten. Ze hoorde de vredige stem van Rupert. Ik heb, niet waar, Milly, ik heb u nooit laten veronderstellen dat ik niet eens trouwen zou. Ik geloof wel degelijk dat ik zal trouwen. Als ik het zal willen doen, en als ik weten zal met wie, laat ik u dat wel hooren. Wat zijn uwe zorgen?

Het boudoir scheen dicht en eenzaam in zijne witte en geel-roze muren omsloten en, met zijn rijke geuren, van de overige wereld verwijderd. De elektrische kroonluchter, die midden de zoldering laaide, was gelijk de gloed van een roerloos en luisterend leven. Milly, zei Sörge eindelijk, het zou mij spijten, moesten we zoo scheiden van mekaar.

Milly bloosde fel en lachte nadien vriendelijk in Verlat's oogen. Ze wilde ook zijn steun aanvaarden, toen, omtrent middernacht, besloten werd naar het bal van den Muntschouwburg te gaan. Vóor de deur van de shop en terwijl nog, met klink in hand, de beleefde Dumdie op den drempel stond te groenen, zond ze haar rijtuig naar huis en wilde ze, aan Ernest's arm, te voet op naar het feest.