Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juli 2025


Nu is de academie versteend, en de president is afgezet, maar de anderen leven nog. Hodie mihi, cras tibi. Zoo werd ik door Arachne weder met de spin verzoend. Een mensch wil altijd langs een omweg verzoend worden. Dat is natuurlijk, want dan ziet hij zijn ongelijk niet zoo, of voelt de soort van schande niet, die hij in het erkennen van ongelijk waant.

Op dit oogenblik, zegge ik naar waarheid, begon de geest des levens , die in de verborgenste kamer des harten woont, zoo sterk te beven, dat hij tot in de geringste aderen zich schrikkelijk deed gevoelen; en bevende sprak hij deze woorden: "Ecce Deus fortior me, qui veniens dominabitur mihi" . Toen begon de dierlijke geest, die woont in die hooge kamer, waarheen alle zinnelijke geesten hunne waarnemingen dragen, zich zeer te verbazen, en sprekende tot de geesten des gezichts, zeide hij deze woorden: "Apparuit jam beatitudo vestra" . Toen begon de natuurlijke geest, die woont in dat deel des lichaams, waar voor onze voeding wordt zorg gedragen, te jammeren en zeide weenende: "Heu miser, quia frequenter impeditus ero deinceps!" . Van toen af, zegge ik, heeft Amor mijnen geest, die zoo schielijk met hem gehuwd was, beheerscht en begon hij eene zoo groote en zekere macht over mij te verkrijgen, door de kracht welke mijne verbeelding hem schonk, dat ik genoodzaakt was geheel en al naar het hèm beviel te handelen.

Grotius vindt het een waar gezegde, het gezegde van Cicero: mihi pax omnibus cum civibus bello civili utilius videtur, en zegt daarom met den laatste, dat noodweer en zelfverdediging slechts zeer zelden, ja, buiten gevallen van al te diep ingrijpende rechtsverkrachting, bijna nooit geoorloofd is.

Tegen dergelijke practijken was in die dagen in rechte niets te beginnen; Vondel moet het zelf constateeren: "Tegens deze ongeschicktheit, en moetwillige boosheit schieten my geen wapens dan mijn gedult over." Quicunque aliter, mihi injuriam facit, vobis fucum" .

Referimus ad vos, patres conscripti, enz. Allen waren verplicht te antwoorden, en de eerst gevraagde senator moest omtrent het aan de orde zijnde onderwerp een voorstel doen. Zijn conclusie leidde hij in met censeo of decerno of mihi placet.

Hij immers had dien door haar zoo geliefden tekst uit het Hooglied: "dilectus meus mihi et ego illi" tot onderwerp voor een zijner sermoenen gekozen; weinigen hadden zich zoo als hij verdiept in de beschouwing van de geestelijke liefde, van dien "amor sanctus et castus" waardoor de ziel van den Christen moet worden gezuiverd; ook hij kende dat opgaan der ziel in God, zooals een ijzer, gloeiend in het vuur, ten slotte aan dat vuur gelijk wordt; zooals de lucht, doorgloeid van zonlicht, met dat licht vereenzelvigd wordt; de geestelijke dronkenschap, waarvan hij in het Hooglied en de Psalmen melding gemaakt vond, moet hij, evenals HADEWYCH, hebben gevoeld vóórdat hij haar in een zijner tractaten kon beschrijven.

Hoe kan ick dit swaermen beletten? M. A. Om dit swaermen te beletten worden veel konstenaers gevonden, maer tot desen dagh heb ick er geene gekendt, die dese konst onfeilbaer aen my getoont heeft. Als dese gevonden wordt: Erit mihi Carthesius. "Wie aen my kan dit leeren Zal ick als mynen meester eeren".

En zoet is mij de gedachte dat, zoolang dit boek in Nederland gelezen worden zal, ook uw naam in Nederland niet zal worden vergeten. 1 Juni 1871. In Memoriam Abrahami Scholl van Egmond. M D. Nat. IV Oct. MDCCCX Denat. XXXI Mart. Multis ille bonis flebilis occidit, Nulli flebilior quam mihi. Hildebrand. Verspreide Stukken van Hildebrand. Vooruitgang . Klein, klein kleuterken. Wat doe jij in me hof!

En hier op de keerzijde, hebt ge een schild, op hetwelk de wapenen van zijne verschillende graafschappen, hertogdommen en heerlijkheden prijken, met die schoone spreuke: Da mihi virtutem contra hostes tuos: "Geef mij dapperheid tegen uwe vijanden". Hij was dapper, inderdaad, tegen de protestanten, die have en goed hadden, om van dezelven te erven.

Hij schrijft aan zijn vriend Daniël Heinsius, professor te Leiden, dato 21 Juli 1603: Nescis mi Heinsi, quam totos mihi dies furetur in gratum illud forum. Crede mihi et gratulare fortunae tuae: longe aliud hoc est quam Academia.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek