United States or Italy ? Vote for the TOP Country of the Week !


En bij mijn zotskap," voegde hij er bij, "ik geloof, dat het wezenlijk zóó is; luister maar naar den wonderlijken Sanctus, welken zij in de kluis zingen!" Wezenlijk zongen de kluizenaar en zijn gast, met alle kracht van hun sterke longen, een oud drinklied, waarvan dit het slot was: Kom, reik mij 't bruine bier terstond, Blijde jongen, blijde jongen!

"Sinds de plundering van 't dorp door Balat heb ik nooit zoo'n nacht gezien!" antwoordt zuster Poetê. "Wat is er geschoten! Ze zeggen dat het de bende van den ouden Pablo is." "Toelisan's? Dat kan niet! Ze zeggen dat het de burgerwacht is tegen de civiles. Daarom is Don Filipo gevangen genomen." "Sanctus Deus! Ze zeggen dat er minstens vijftig dooden gevallen zijn."

En wanneer hij haar Zondagsmorgens in de kerk gewaar werd, zeide hij een Kyrie of een Sanctus op en deed zijn best een groot meester in de zangkunst te schijnen, terwijl het was, of een ezel balkte. Maar als hij haar niet zag, kweet hij zich heel gewoon van die taak. Maar toch wist hij zoo te werk te gaan, dat Bentivegna del Mazzo het niet merkte, noch een buurman, dien hij had.

Deze naam Compostel is oorspronkelik de naam van de stad Sint-Jacob van Compostella of Santiago de Compostella, in Spanje; eene stad, die oudtijds door Nederlanders zeer veelvuldig in bedevaart bezocht werd. Die spaansche plaatsnaam Santiago de Compostella is, hoe vreemd het schyne, eene verbastering van het latynsche Sanctus Jacobus Apostolus.

Voor de woorden: "dulces literulas sanctus amor non habet" vinden wij bij MAERLANT: noch laten gaen Salute, subtijleke ghedicht Ende met sconen rimen verlicht . Het is natuurlijk denkbaar, dat in het viertal aangehaalde plaatsen gedoeld wordt op Fransche minnepoëzie, doch het kan niet waarschijnlijk worden geacht.

Hij immers had dien door haar zoo geliefden tekst uit het Hooglied: "dilectus meus mihi et ego illi" tot onderwerp voor een zijner sermoenen gekozen; weinigen hadden zich zoo als hij verdiept in de beschouwing van de geestelijke liefde, van dien "amor sanctus et castus" waardoor de ziel van den Christen moet worden gezuiverd; ook hij kende dat opgaan der ziel in God, zooals een ijzer, gloeiend in het vuur, ten slotte aan dat vuur gelijk wordt; zooals de lucht, doorgloeid van zonlicht, met dat licht vereenzelvigd wordt; de geestelijke dronkenschap, waarvan hij in het Hooglied en de Psalmen melding gemaakt vond, moet hij, evenals HADEWYCH, hebben gevoeld vóórdat hij haar in een zijner tractaten kon beschrijven.