Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


En nog veel minder: "Tok, tok, tok!" of "Boem, boem, boem!" Dat was alleen in den tijd van "Juffertje Te Laat". En die bestond nu niet meer. Er was eens een visscher, en die woonde met zijne vrouw in een heel armoedig hutje. Het hutje stond vlak bij een' mesthoop, niet ver van de zee. De visscher ging alle dagen naar de zee, en hij vischte en hij vischte.

Het scheen een tamelijk groot burgerhuis; maar, buiten de gewone inkomdeur, had het nog eene wagenpoort, die toeliet op eenen voorhof te zien, waar de mesthoop, karren, egge en ploeg aantoonden, dat hier, evenals bij vele inwoners van Gheel, nevens de verpleging van krankzinnigen, insgelijks den landbouwerssstiel werd uitgeoefend.

De zoon van den tuinman en een vriendinnetje van dezen waren bij den mesthoop gekomen, hadden den mestkever gezien en wilden nu een grapje met hem hebben.

Zij was onmetelijk en levend; en, als uit den rug van een electrisch dier, schoot zij een fonkeling van weerlichten. De geest der revolutie omhulde met zijn wolk dezen top, waarop de stem des volks, die de stem Gods gelijkt, bulderde; een zonderlinge majesteit ontwikkelde zich uit deze reusachtige opeenhooping van puin en gruis. 't Was een mesthoop en 't was Sinaï!

Nu en dan valt er een vreemd en grillig licht op groepjes kinderen, die er, o wonder, frisch en gezond uitzien op dien mesthoop; zij zingen en spelen, en de huisvrouwen gaan heen en weer op onbezorgde en vroolijke manier, maken groenten klaar, bereiden visch, en onder het knetteren van het bakken mengt zich gelach en vroolijk geroep, maar ook het geklok van het vuile water, dat van de bovenverdiepingen haastig door de afvoerbuizen naar beneden loopt.

Al spoedig daarop viel hij in slaap, en nu droomde hij, dat het lievelingspaard van den keizer doodgevallen was en hem zijn gouden hoefijzers gegeven en de belofte gedaan had, zijn andere twee pooten ook te laten beslaan. Dat was zeer aangenaam. Toen de mestkever wakker werd, kroop hij te voorschijn en keek eens in het rond. Welk een pracht heerschte er op den mesthoop!

«Is het hier niet allerprachtigstvroeg een der kleine insecten, die met hun roode, sterke, met zwarte stipjes bezaaide vlerkjes daarin rondvlogen. «Wat is het hier heerlijk, wat is het hier schoon!» «Ik ben het beter gewendzei de mestkever. «Noem je het hier mooi. Er is niet eens een mesthoopDaarop ging hij verder onder de schaduw van een groote violier: daar kroop een rups.

Mijn arm kind is reeds gestorven, omdat mijn vrouw geen zog meer had; zij zelve zal het ook geen vier en twintig uren meer uithouden, en ik heb in acht dagen niets geproefd dan rotte koolbladeren, die ik uit den mesthoop heb gezocht. Er moet een eind aan komen." "Wat wilt gij dan?" vroeg Schaeck: "de stad overgeven, opdat wij uitgemoord worden als die van Naarden en van Haarlem?"

"Ach," zei de vrouw, "'t is toch naar, hier altijd in een hutje bij een' mesthoop te wonen, dat ruikt zoo vies, je hadt ons toch een klein huisje kunnen wenschen. Ga nog heen en roep hem weerom, zeg, we wenschten ons een klein huisje, hij doet het wel." "Ach," zei de man, "waarom zal ik er nog heengaan?"

Veel is op dit punt van hygiëne te danken aan de zending, die onvermoeid is in den strijd tegen vooroordeel en vuiligheid. Er is wat te doen, op dat gebied, onder de Bataks! Hun dorpen zijn ware broeinesten van besmettelijke ziekten: cholera, typhus, pokken, allerlei walgelijke uitslag, lepra zelfs en nog andere verminkende kwalen. Elk huis staat om zoo te zeggen boven zijn eigen mesthoop.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek