Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 oktober 2025
Toen de klok geluid werd om van de Amerikaansche kust afscheid te nemen, had George het genoegen van Marks over de plank naar den wal te zien stappen, en hij verlichtte zijn hart met een langen zucht, toen de afstand tusschen hen het terugkeeren onmogelijk had gemaakt. Het was een heerlijke dag. De blauwe golven van het meer Erie dansten flikkerend en vroolijk in het zonnelicht.
"Hoeveel Marks van u houdt, hij houdt toch meer van zijne eigene huid. Hij is al lang voort." "Ik geloof dat het met mij gedaan is," zeide Tom. "Die lafhartige rekel, om mij hier alleen te laten sterven! Mijne goede oude moeder heeft mij altijd gezegd dat het zoo gaan zou." "Och Heere, hoor dat arme schepsel eens! Hij heeft nog eene moeder," zeide de oude negerin.
Wat zegt gij Tom?" "Wij moeten van nacht nog de rivier over," zeide Tom. "Maar er ligt hier geene boot," liet Marks daarop volgen. "En het ijs kruit geweldig. Zou het niet gevaarlijk zijn?" "Daar weet ik niet van, maar alleen dat het gedaan moet worden," antwoordde Tom beslissend. "Maar toch," hervatte Marks onrustig. "Ik weet niet." Hij stond op en ging naar het venster.
"Ik heb de vrouw hooren zeggen dat er van avond eene kwam, en dat er iemand mede overging. Gevaarlijk of niet, wij moeten met hem mede," zeide Tom. "Ik onderstel dat gij goede honden hebt?" merkte Haley nu aan. "Allerbeste," antwoordde Marks. "Maar wat baat dat? Gij hebt toch niets van haar, om aan te laten ruiken." "Ja, dat heb ik wel, zeide Haley zegepralende.
En hoe meer last een jong geeft, en hoe minder het eigenlijk deugt, zooveel te meer zijn zij er aan gehecht." "Ja, Mijnheer Haley," zeide Marks. "Och, geef mij eens het water aan! Ja, Mijnheer, gij zegt daar wat ik altijd gedacht heb.
De troep beneden, thans in het licht van den aanbrekenden dag duidelijk zichtbaar, bestond uit onze oude bekenden, Tom Loker en Marks met twee constabels, en eenige kerels die zich in de laatste herberg door wat brandewijn hadden laten bewegen om vermaakshalve mede op de jacht te gaan. "Wel, Tom, het wild is in de val," zeide een van hen.
"Hier is haar doek, dien zij in haar haast op bed heeft laten liggen en haar hoed ook." "Dat is gelukkig," zeide Loker. "Geef maar hier." "Maar de honden zouden de meid kunnen beschadigen, als zij haar onverwacht pakten," zeide Haley. "Dat is eene bedenking," zeide Marks. "Onze honden hebben daar in Mobile eens een kerel half in stukken gescheurd eer wij hen konden terug roepen."
Als de zaak goed uitkomt, geven wij ze u terug, zoo niet dan is dat voor onze moeite. Dat is billijk. Niet waar, Marks?" "Zekerlijk, zekerlijk," antwoordde Marks op een verzoenenden toon. "Het is maar geld op de hand. Maar wij zullen de zaak wel in der minne schikken, wees maar gerust. Tom zal u den jongen brengen waar gij verkiest; niet waar, Tom?"
"Ik doe het," zeide hij. "Gij behoeft de glazen daarom niet te breken," zeide Marks. "Bewaar uwe vuist maar voor tijd van nood." "Maar, Heeren, zal ik dan ook geen aandeel hebben in de winst?" vroeg Haley nu. "Is het niet genoeg, dat wij den jongen voor u vangen?" antwoordde Loker. "Wat wilt gij anders?" "Wel," zeide Haley, "dat ik u het kansje aan de hand doe, is toch iets waard.
Marks had eene smerige portefeuille uit zijn zak gehaald, en een strook papier daaruit nemende, begon hij mompelende te lezen: "Barnes Shelby County jongen Jim, driehonderd dollars voor hem, dood of levend, Edward Dick en Lucy man en vrouw, zeshonderd dollars; meid Polly met twee kinderen, zeshonderd voor haar of haar hoofd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek