Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juli 2025
Lanseloet, bider maghet Marien, Dat en can mi verwonderen niet Dat ghi u selven niet bat en besiet, Dat ghi u minne so neder draeght: Ghi staat so weeldelijc ende claeght Om ene die luttel om u gheeft: Tfi der scanden dat ghi leeft, Dat ghi sout minnen so nederen wijf! Och moeder, si heeft so reine lijf, Ende haer herte es also proys Ende van live so gratioys, Dat icse emmer minnen moet.
hoe hi wert minnende ene joncfrou die met synder moeder diende. DIE PROLOGHE: Ic bidde gode van den trone Ende Maria, der maghet scone, Dat si ons allen wille bewaren Ende in doghden also ghesparen, Dat wi hemelrike ghewinnen: Dies biddic der maecht Marien, der coninghinnen, Die een vrouwe es bovenal. Nu hoort wat men u spelen sal.
Eindelijk besloot ik een Moor uit Murcia in mijn vertrouwen te nemen, die mij reeds vele bewijzen van zijn goede gezindheid had geschonken. Hij was bereid den brief voor mij te vertalen, en zoo hoorde ik, dat de inhoud als volgt luidde: »Als kind had ik een Christenvoedster, die mij veel over uw godsdienst leerde, voornamelijk van Lela Marien, die gij de Maagd noemt.
Maer Mamet ende Apolyn Die so moetti nu vertien, Ende gheloven ane Marien Ende ane God den oversten vader, Die ons ghemaect heeft alle gader, Ende al dat in die wereld leeft Met sijnre const ghemaect heeft: Die sonne ende mane, dach ende nacht Heeft hi ghemaect met siere cracht Ende oec hemel ende ertrijc Ende loef ende gras in dier ghelijc Daer soe moeti gheloven an.
Anderzijds treffen wij hier een fraai staaltje van geestelijke volkspoëzie aan in een stuk, dat den naam draagt Van Jhesus Mynnen, een scoen ryme. Men oordeele zelf: O edele ziele mijn, en was die trouwe niet groot, Dat Jhesus Christus, Marien Sone, om u vercoes di doot? O edele ziele mijn, nu sijt hem onderdaen, Want hi wilt noch anders met u spelen gaen.
De dichter zegt nu van hem te zullen zwijgen en te willen verhalen, wat zij tezelfder tijd deed. Nadat zij hare gewone taak had verricht en heel het klooster te ruste was gegaan, Nu hort watsi sal doen. Die slotele vander sacristien Hinc si vor dat beelde Marien;....
Nu, wouts God, ic wille varen jaghen, Ic bidde gode vanden trone Ende Marien, der maghet scone, Dat si mi heden bewaren moet, Ende gratie wil geven ende spoet, Dat ic moet jaghen ende vangen, Want seker, ic en vinc in langhen, Dies ic mi van rechte scoffiere. Ic hebbe gejaghet der dagen viere, Nochtan en vinc ic noit conijn. Ic scaems mi inder herten mijn, Dat mine aerbeit dus blijft verloren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek