Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Lanseloet, bider maghet Marien, Dat en can mi verwonderen niet Dat ghi u selven niet bat en besiet, Dat ghi u minne so neder draeght: Ghi staat so weeldelijc ende claeght Om ene die luttel om u gheeft: Tfi der scanden dat ghi leeft, Dat ghi sout minnen so nederen wijf! Och moeder, si heeft so reine lijf, Ende haer herte es also proys Ende van live so gratioys, Dat icse emmer minnen moet.
Ic en wil niet wesen, Her Lanseloet, enich mans vriendinne, Maer ic wille gerne gherechte minne Draghen sonder dorpernië. O Sanderijn, bider maghet Marie, Dorperheit en leggic u niet te voren, Want daer en es nu gheen wijf gheboren Op eerde onder des hemels trone, So rijc, so mechtich no so scone, Die mi verhoghen mach dan ghi.
Ook ons lied van De drie Ruitertjes kan op hoogen ouderdom en ruime verspreiding bogen. Onze aanvangsstrofe luidt vrijwel aldus: Toen ik op Neerlands bergen stond, Keek ik het zeegat in. Daar zag ik een scheepje zeilen, Daar zaten drie ruitertjes in, Een van de drie was naar mijn zin. Het lied ontstond echter waarschijnlijk niet in "de landen bider see", maar in het Opperduitsche bergland.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek