Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


"Scaufflaire," zeide hij, "op hoeveel schat ge uw paard en tilbury, die ge mij wilt verhuren, het een met 't ander?" "Het een vóór het ander, mijnheer de maire," zei de Vlaming met een plompen lach. "Nu ja." "Wil mijnheer de maire ze van mij koopen?" "Neen, maar men weet niet wat gebeuren kan, ik wil er u waarborg voor geven. Bij mijn terugkomst geeft ge mij het geld terug.

"Vergeet niet morgenochtend juist om half vijf uur aan mijn deur te zijn," antwoordde mijnheer Madeleine, heengaande. De Vlaming was nog even "dom" als vroeger, zooals hij zich later uitdrukte. Mijnheer de maire was een paar minuten weg geweest, toen de deur weder geopend werd; 't was mijnheer de maire, die terugkwam. Hij had nog 't zelfde peinzend en onverstoorbaar voorkomen van daareven.

De engel had den boozen geest overwonnen, en, wat haar van het hoofd tot de voeten deed sidderen, deze goede engel, deze bevrijder was juist de man dien zij verfoeide, de maire, dien zij zoolang als den bewerker van al haar rampen had beschouwd! dien Madeleine! en op denzelfden oogenblik, dat zij hem op schandelijke wijze beleedigd had, redde hij haar. Had zij zich dus bedrogen?

Dat de politie buitendien in zeer slechten staat was, aangezien mijnheer de prefect en mijnheer de maire geen vrienden waren en elkander in ongelegenheid trachtten te brengen door onaangename tooneelen te doen plaats hebben. De voorzichtige burgers moesten dus zelve voor de politie zorgen en zich beschermen; zij moesten zorgvuldig alles sluiten en grendelen, "bovenal de voordeuren."

Hij naderde een zwarte lijst, die aan den muur hing en achter glas een ouden, eigenhandigen brief bevatte van Jean Nicolas Pache, maire van Parijs en minister, gedagteekend, waarschijnlijk bij vergissing, 9 Juni van 't jaar II, in welken Pache aan de gemeente de lijst der ministers en afgevaardigden zond, die in hechtenis waren.

Hebt ge mij niet gezegd dat ge uit de stad moest; dat ge binnen acht of tien dagen voor de bewuste zaak naar Arras gingt?..." "Eerder, mijnheer de maire." "Wanneer dan?" "Ik meen aan mijnheer den maire gezegd te hebben, dat morgen de zaak voorkwam, en ik van nacht met de diligence vertrekken zou." Madeleine maakte een onmerkbare beweging. "En hoe lang zal de zaak duren?" "Hoogstens een dag.

Zoo het geluk wilde, dat mijnheer de maire inderdaad morgen met het kind kwam; wie weet? er zijn zulke wonderbare crisissen; men heeft meer gezien, dat groote blijdschap een ziekte plotseling tot staan bracht; ik weet, dat 't hier een organische en zeer vergevorderde ziekte is, maar wie kan zeggen wat mogelijk is! Misschien ware de zieke nog te redden.

Ook had hij zijn eigen fortuin gemaakt, doch slechts in de tweede plaats en als toevallig. Hij was de verzorger der armen. Hij stichtte hospitalen, opende scholen, bezocht de kranken, gaf huwelijksgiften aan arme meisjes, ondersteunde de weduwen, nam weezen aan; hij was als de voogd van het oord. Hij had het ridderkruis geweigerd, men had hem tot maire benoemd.

Dit werd zoo algemeen verhaald, dat een paar jonge, schalksche dametjes uit de groote wereld van M. sur M. hem op zekeren keer bezochten en vroegen: "Mijnheer de maire, laat ons toch ook uw kamer eens zien. Men zegt, dat het een grot is." Hij glimlachte, en geleidde ze terstond naar deze "grot." Zij werden voor haar nieuwsgierigheid naar verdienste gestraft.

Hij was eenvoudig naar den naasten wachtpost gegaan, had er een korporaal en vier man gerequireerd, welke hij op de binnenplaats achterliet, had zich de kamer van Fantine doen wijzen door de argelooze portierster, die gewoon was, dat gewapende lieden naar mijnheer den maire kwamen vragen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek