United States or Djibouti ? Vote for the TOP Country of the Week !


De hoofdman en zijne huurlingen bleven in de toren en kermisten heel den dag ten koste van het platteland. Daar werd meer dan een kapoen, wiens eenige misdaad was vet te zijn, gedood en opgesmuld. Uilenspiegel, die altijd vergeten werd en zich tevreden moest houden met zijn mageren disch, vond in 't heel geen behagen in den reuk van de saus.

Maar de Spanjaard, die goed gewapend was, dreigde hem dood te schieten, indien hij niet toegaf, maakte zich meester van den hengst en liet zijn mageren knol achter, waar de Indiaan nu op mocht zien voort te sukkelen. Deze laatste volgt echter zijn spoor tot aan de naaste stad en klaagt hem daar bij den rechter aan, die den Spanjaard met het paard voor hem verschijnen doet.

Mies was bleek, vaalbleek. In haar bleeke gezicht puilden de jukbeenderen, gelijk bleeke klonten op geklonterde amandelvla. Ze had een mageren, gepletten, Griekschen neus en nu ja al is 't niet aesthetisch zachtzinnige randjes rood onder de oogen. Mies was lichtschuw. Ze liep met d'r bleeke, vale, magere gezicht gebogen en vreemd, idioterig lachend, omdat ze 't volle licht niet velen kon.

»Heerlijk, eenig, verrukkelijkjubelde Ida, die even opsprong en Grootmama eens pakte, op gevaar af den ouden, mageren hals pijn te doen. »Welk een genotje! hoe lief van u bedacht; u is toch een echte grootmama! dat zeg ik maar!« »Het is goed, dat ik niet alle dagen voor een verrassing van een echte grootmama omhelsd wordzeide Mevrouw, terwijl ze de kanten slippen harer muts terecht schikte.

Met deze woorden drukte hij den mageren Rocinante de sporen in de ribben en stoorde zich niet meer aan het roepen van zijn verwonderden schildknaap, die hem nog altijd met al de kracht zijner longen naschreeuwde, dat hij gewone windmolens en geen reuzen of ridders voor zich had.

Wij gelooven dus aan niets: dit ééne slechts is waar: het drinken. Welke uwe meening zijn moge, om 't even of gij met het kanton Uri voor den mageren haan of met het kanton Glaris voor den vetten haan zijt, drink. Ge spreekt mij van den boulevard, van den lijkstoet, en zoo voorts. Welzoo, er zal dus weder een revolutie zijn? Deze behoefte aan hulpmiddelen verwondert mij vanwege den goeden God.

"Ziet gij daar," zeide Pieter, "dien mageren, tengeren knaap, die zooveel pret schijnt te hebben in de vlugheid onzer matrozen, met die wapperende veer op zijn hoed en dien donkerblauwen fluweelen mantel, dien hij zoo dicht om zich heengeslagen heeft? Dat is Zijne Hoogheid." "Waar?" zeide Engel. "O, ik zie het al. Daar staat hij.

Bij voorkeur kiest hij daartoe, tegen het vallen van den avond, een der hoofdgrachten bij een straat en een brug; dan heeft hij altijd twee wegen, twee kansen om zijn vijand te ontloopen. Voorzichtig speurt hij rond, zijn mageren hals rekkend uit den groezeligen boord van 't sporthemd. Geen agent is op de gracht vóór hem te ontdekken, achter hem evenmin.

"Dan tot over een maand, als de boerderij gereed is." Nog even rammelde de ketting. Toen was de stilte rondom hem. Langzaam, als wieken van een molen bij tragen wind, gingen de dagen voorbij en in deze maand verloor Gerard meer dan drieduizend goudstukken aan mageren Hein. Men gaf dezen weder de eer, dat hij de beste kaartspeler was.

Met rustig hoofd overwoog Gerard zijn kansen. Na eenige maanden mompelde men, dat de heer de overwinnaar was. Nooit vergiste hij zich in het aantal, troeven, dat nog over was, op het rechte oogenblik kondigde hij een twintig of een veertig aan, zonder ooit een vrouw of heer voor den tijd weg te geven. Het was de beurt van mageren Hein, om zijn goudstukken te betalen.