Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 november 2025


Terwijl hij zich met deze toebereidselen onledig hield, was de schoone Madzy, vergezeld van den Heer van Aylva, den Kloostervoogd, vader Syard en eenig gevolg, een morgenbezoek bij de arme Elske gaan doen, en hadden zij vervolgens hun wandeling door de omliggende bosschages voortgezet. Het onderhoud was onmerkbaar afgeloopen, daar ieder zijn bijzondere redenen tot ernst en nadenken had.

"Hij is edelmoedig, al te edelmoedig zelfs," zeide Madzy; "maar ik wil hem niet langer tot last verstrekken. Het is tijd, dat ik dit huis verlate. Nog heden wil ik hem mijn besluit mededeelen."

Wij zullen intusschen onzen waarden lezer, die waarschijnlijk omtrent het lot van het lieve meisje eenigszins bekommerd wezen zal, de opheldering geven van haar plotsling verdwijnen. Madzy had zich, gelijk wij gezien hebben, dadelijk na het vertrek der waardin ter ruste begeven en was, niettegenstaande het rumoer in het onderhuis, spoedig ingesluimerd.

Een half gesmoord gemompel, dat men niet duidelijk kon onderscheiden of het een gebed dan een vloek ware, was het eenige antwoord, dat de monnik gaf. Madzy had intusschen haar paard bij het lijk doen stilhouden. "In Gods naam!" zeide zij: "vrienden! ziet toch eens; misschien leeft hij nog."

"De Heer van Beaumont verlangt u te spreken, Freule!" zeide hij tot Madzy. Deze gevoelde op die taal een trilling, welke haar geheele gestel in beweging bracht, en werktuiglijk volgde zij, aan den arm harer geleidster, den bode van Beaumont.

"De wond is spoedig geheeld geweest," zeide Deodaat: "en zou ik die niet zegenen, nu zij mij het genoegen verschaft van een woord van belangstelling uit uwen mond te vernemen!" "Ridder!" zeide Madzy, weemoedig het hoofd schuddende: "waartoe dient het, een ongelukkig meisje, dat al genoeg geleden heeft, met ijdele plichtplegingen te overladen!

"Doe als ik u zeg; en gij, mijn dochter! maak u gereed elk oogenblik deze stins te verlaten, die u wellicht binnen korten tijd geene veilige wijkplaats meer verstrekken zal." "Ach! sta mij toe, hier te blijven," zeide Madzy: "hier kan ik u, hier kan ik Friesland van dienst zijn. Zoo mijn hand te zwak is om een boog te spannen, zij kan ten minste een gekwetste verbinden.

Gij zult elkander veel te vertellen hebben. Mij zult gij niet kwalijk nemen, dat ik ga, waar het vaderland mij roept. Waar zijn de Hoofden? waar is mijn zoon?" "Het is dan waar! Hebt gij werkelijk een zoon teruggevonden? Is die Ridder Reinout...." "Dat zal Madzy u alles wel vertellen: ik moet voort: zeg mij slechts, waar ik hem vinden zal." "Op dit oogenblik nog te Stavoren; maar...."

Stoutweg deed hij een stap naar den Graaf, en hem Madzy voorstellende: "Heer Graaf," zeide hij: "gisteren had Madzy Dekama nog een vijftigtal vrijers, die het slechts voor de leus waren: heden heeft zij een bruidegom; maar die meent het goed.

"Gij vraagt veel, Madzy!" zeide Adeelen: "meer dan met ridderplicht kan strooken. Zal ik iemand om vergeving bidden, wiens vuistslag nog op mijn aangezicht gloeit?" "Gij zijt een Fries," zeide Madzy: "en draagt roem op uw rondborstigheid. Zoudt gij die alleen aanwenden om te beleedigen en niet om te durven erkennen, dat gij ongelijk hadt?"

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek