Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 november 2025
Adeelen was, gelijk men denken kan, op het zien van Madzy in felle gramschap ontstoken, en had zich terstond begeven naar de zijde, waar deze zich bevond; doch, daar gekomen, was reeds de toevloed der nieuwsgierigen zoo groot, dat hij er niet doorheen kon breken zonder geweld te gebruiken.
"Ik heb hem nog niet herkend," zeide Aylva: "hij heeft mij een geheim gemaakt van zijn wapenrusting, die hij hedenmorgen te Haarlem is gaan halen: en wat de paarden betreft, die zijn onkenbaar onder die vracht van netwerk en dekken, waarmede zij opgeschikt zijn. Wat dunkt u er van, Madzy! kunt gij een dier Ridders herkennen?"
Niet zonder moeite, en op Madzy en Feiko leunende, daalde Aylva de trap af; zoodra hij zich echter buiten en in den zadel bevond, scheen net, of zijn zwakheid geheel verdwenen was; en zijn ros de sporen gevende, reed hij, van Feiko vergezeld, in vollen draf den weg op naar Stavoren.
"Ik beloof het u," zeide Madzy: "maar het smart mij van u, Ridder, dat gij u tot daden liet vervoeren, waarvan gij geheimhouding verzoeken moet. Neem den raad van een eenvoudig meisje aan, en handel nimmermeer in 't verborgen anders dan gij in 't openbaar zoudt handelen."
Wat dezen betrof, hij beschouwde haar nog te veel als een kind, dan dat hij er om gedacht zoude hebben, haar in goeden ernst zijn hof te maken: hij behandelde haar, gelijk hij altijd gewoon was geweest, zeer uit de hoogte; maar hij deelde niettemin in den wensch zijner moeder; want hij voorzag, dat Madzy een aardig lief vrouwtje zoude worden, en de gedachte streelde hem, dat de bezittingen van de rijke erfgename der Dekama's hem eenmaal tot den vermogendsten der Friesche Edelen zouden maken en hem in staat stellen, een overwegenden invloed op zijn landgenooten uit te oefenen, en hen tot afschudding van het Hollandsche juk te nopen.
"Gij hebt hem genoemd," hernam Arkel, terwijl hij, de overmacht gevoelende, welke hem deze woorden gaven, aan Madzy ontsnapt, en den invloed niet willende verliezen, door deze omstandigheid verkregen, een doordringenden blik op haar vestigde; "en verschoon mij, dit doet mij aan uw oprechtheid twijfelen, vader Syard is mijn vriend: ik heb hem in de verleden week te Haarlem en gisteravond nog hier ter plaatse gesproken: hij heeft mij niet verhaald, dat hij een nicht bij zich had."
"Men moet zich op reis behelpen," zeide Madzy, met een vriendelijken lach: "en schoon deze peul vrij hard schijne en het hier onverdraaglijk warm zij, heeft alles echter een zindelijk voorkomen. Wat dunkt u? zou ik het venster durven openlaten? De nachten zijn niet koud en ik zal in mijn kleederen te bed gaan." Vader Syard zette het raampje open, en zag naar buiten.
"Gij zult toch," zeide nu Reinout, "den zoon niet blijven weigeren, de sponde zijns vaders te naderen." "Meer dan iemand," antwoordde Madzy, zonder hem te durven aanzien: "was het niet het onverwacht hervinden van dien zoon, dat hem in die krankheid stortte? Zoo gij den man niet dooden wilt, vertoon u dan niet aan hem, voor hij u ontbieden laat."
God weet, of het mij immer weer vergund wordt met u een woord te wisselen. Een enkel woord van uwen mond, en die Adeelen zal niets van mij te vreezen hebben?" "Eén woord! en welk moet dit zijn?" vroeg Madzy, bevende. "Dat gij hem lief hebt, dat gij hem als uw minnaar, als uw gade bemint."
Geen bloedschuld drukte hem langer: en zoo streelend was hem het denkbeeld aan die verzoening, dat zelfs de gedachte aan Madzy, aan het voorwerp der dolzinnige liefde, die hem schuldig had gemaakt, daarbij op den achtergrond stond.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek