Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Aan 't verzoek van een oud-élève zou je zeker gaarne voldaan hebben; maar de gezondheid is nommer één. Je bent zenuwachtig; dus kalm kalm Wij zullen ons 't genot der orgelbegeleiding nu maar ontzeggen, in de hoop dezen zomer gedurig een uwer schoone Woensdag-concerten te kunnen genieten. Van harte beterschap menheer Donerie, adieu!"
"Je plezier van zien kan zoo groot niet wezen, menheer Kippelaan; maar wacht, ik zal even de aptheek-lamp aansteken. U moet immers in de aptheek zijn?" O! ah zoo menheer Van Hake, ben u het! Verrukt je te zien.... of.... je zoo straks te zullen.... enfin! Mama welvarend? Komaan, dat doet me ontzettend veel plezier. Al gehoord dat je mama laboreerde. Zondag niet in de kerk geweest.
En boek juffrouw Sillemond? Asjeblieft! Jawel menheer Kippelaan, ga daar maar zitten. Zeker, veel menschen, maar toch ruimte genoeg. Woudt u liever in de regeeringsbank....? Ja, dat is wel mogelijk, maar dat gaat niet; burgemeester komt zeker; burgemeester is zelfs op de partij gevraagd naar ik hoor.... U begrijpt dus...."
Wanneer zij in de schemering, voor de vijfde maal de trappen van het stationsgebouw bestegen, liepen zij tegen den kruier aan. Kruier, riep de Verdierenpikker. Menheer, zei de man, en tikte eventjes aan zijn pet. Madame en Mijnheer Snepvangers moeten een kamer hebben. Ik weet niks meer! Dat is gauw gezegd, maar ze kunnen toch niet onder den blooten hemel slapen!
Jij een soldatekapot om je lieve lijf in plaats van je rok met passement! En je hebt ommers pas een nieuwe?..." "Het helpt niet, vrouw!" zei Kees; "ik heb 't al gemerkt; der is zwarigheid bij menheer; maar 't is maar ongelukkig voor die 'et treft." "'t Zel niet gebeuren!" riep Leentjen uit.
Geen kwartier geleden heeft Janssen de orgeltrapper een boodschap van den organist gekregen, dat bij dadelijk, dadelijk naar 't orgel moest. Janssen was bijna vlak achter menheer Donerie aangekomen. "Ben je niet frisch menheer? Je ziet er slecht uit." "Zoo, Janssen.... Wil jij maar...." Donerie heeft den man een wenk gegeven om naar boven te gaan.
Weet ie niet meer dat mijn geduld, dat mijn bloed...." Eensklaps opstaande tot Kippelaan: "Menheer, permitteer me je te herinneren dat je bezoek me vandaag niet zeer gelegen komt. Hou me ten goede; ik ben een oud man, en.... Nee, 't spijt me.... maar.... Wat het hoofddoel van je komst betreft...."
"Hoor, Kees," zei de Burgemeester, "kort en goed: er is een stadspostje vacant, en ik had gunstig over je gedacht. Het is een makkelijk postje, een goed postje..." "Maar," zei Kees, "as ik de vrijïgheid nemen mag menheer in de rede te vallen; ik wenschte volstrekt niet te veranderen..." De Burgemeester kreeg wederom een geweldige hoestbui.
Een van de grootheid buiten de stad, dat was zeker, en naar den ouderdom te rekenen kon het menheer van De Zonsberg wel geweest zijn. Alevel, men moest dat weder betwijfelen, want naar alle gedachten zou zoo iemand toch wel bij zijn "naaste bloed wezen als er een vette mond te halen was". Dirk de slager was echter beter ingelicht.
Toen menheer Kippelaan eergisteren lamsbout bij hem bestelde, toen had hij hem in vertrouwen meegedeeld, dat de generaal die een particuliere vriend van menheer Kippelaan was schrikkelijk op dokter Helmond moest gebeten zijn, aangezien de generaal het eerst door hém Kippelaan had vernomen dat dokter het oud-burgemeestershuis gekocht had.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek