United States or Jersey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Waarop de kleine Sloppet, die orgeltrapper, banksluiter, koster en bode en klokkenluider op Zondag was, benevens postbode en schoorsteenveger in de week, heel dapper en flink naar buiten placht te gaan en hem, het kind, met hangend hoofd wegzond. Het doet me genoegen te kunnen zeggen dat Sloppet het, in de oogenblikken dat hij er ernstiger over nadacht voelde.

De hoofddeur voerde naar het schip van de kerk, maar gaf toch ook toegang tot de trap, die naar het orgel leidde. Dat orgel was geplaatst op eene geheel vrije ruimte, waar niemand plaats mocht nemen dan de organist en de orgeltrapper. Natuurlijk mocht onze meester medenemen, wien hij wilde. Er was dan ook ruimte genoeg, althans achter het orgel, waar een geheel vrij vak was.

Geen kwartier geleden heeft Janssen de orgeltrapper een boodschap van den organist gekregen, dat bij dadelijk, dadelijk naar 't orgel moest. Janssen was bijna vlak achter menheer Donerie aangekomen. "Ben je niet frisch menheer? Je ziet er slecht uit." "Zoo, Janssen.... Wil jij maar...." Donerie heeft den man een wenk gegeven om naar boven te gaan.

Mis mannetje, ik blijf net zoo lang als jij. Kom, ga je meê naar boven? O, het ligt zoo hoog, dicht bij de galmgatenIn een oogenblik had ik mijne zitplaats verlaten en was ik gereed, hem te volgen, want voor een uilennest geloof ik, dat ik zelfs mijne boterham had laten staan. »Kom Janriep ik den orgeltrapper toe, »ga je meê? Dat moeten we zien

Dat de melodiën niet bijzonder moeilijk waren, zag ik al met een enkelen oogopslag, want het waren alle bekende gezangen, die dikwijls opgegeven werden. Toen alles gereed stond, kwam Potman, de orgeltrapper boven. Potman was een oude sukkel, die door de diakonie onderhouden werd en er nog een duitje bijverdiende met orgeltrappen. »Zoo Doruszei hij, »moet jij van morgen spelen?

Ga je orgelspelen in de kerk, Dorus? En heb-je al een orgeltrapper? Zeg, dat wil ik wel voor je doen. Willen we dat afspreken

»Ik herzeg: van den twee en veertigsten psalm, het eerste veersEn nu begon hij op een galmenden toon, dien niemand mooi vond, het opgegeven vers voor te lezen. Ik zat gereed om te gaan spelen, dat spreekt vanzelf, en de orgeltrapper was evenzoo op zijne post. Jan stond achter mij, om te zien wat ik deed.

Daar kwam, terwijl hij daar stond, de zekerheid over hem, dat hij vijanden voor zich had, louter vijanden in de geheele kerk. De heeren en dames in de gesloten banken, de boeren in het ruim, de aannemelingen in het koor zij waren allen zijne vijanden. 't Was een vijand, die 't orgel bespeelde; ook de orgeltrapper was zijn vijand.