Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
Zoo stond ik, totdat het donker werd, en toen ik licht wilde aansteken, kon ik de lucifers niet vinden, en toen ik die gevonden had, wilde de lamp niet branden: vrouw Bütow had de kous niet afgeknipt; en toen die eindelijk na veel moeite begon te branden, ging ze weder vlak voor mijn neus uit; vrouw Bütow had er geen olie ingedaan.
Geheel beneden gekomen, stak hij een lucifertje aan, en keek eens goed rond. Om zich behoorlijk te oriënteeren moest hij verder gaan en nog verscheidene lucifers verbranden. De ruimte, waarin hij zich bevond, was meer dan manshoogte, en liep tot bijna in het midden van het schip.
Geruimen tijd spraken zij met hun drieën, zonder elkander te antwoorden, en te midden van hun onsamenhangende woorden, hoorden wij altijd "eten, uitgaan, hemel, wind." Op eens kwam ik op de gedachte om een lamp aan te steken. Zij stond naast den meester met de lucifers erbij, en ik stak ze aan. Zoodra er licht was, zwegen allen.
"O," riep Nab uit, "als mijn meester er maar was, hij zou het u wel verschaffen!" De vier schipbreukelingen staarden elkander roerloos en verbijsterd aan. Harbert verbrak het eerst de stilte met de woorden: "Mijnheer Spilett, gij rookt, gij moet altijd lucifers bij u hebben. Misschien hebt gij niet goed gevoeld? Zoek nog eens! Eén lucifer zou ons voldoende wezen!"
De lucifers lagen nu in het midden tusschen een tondeldoos en een ouden, ijzeren pot, en allen vertelden van hun jeugd. «Ja, toen wij nog aan de groene takken vastzaten,» zeiden de lucifers, «toen hadden wij een plezierig leventje!
En de lucifers schitterden met zulk een glans, dat het helderder werd dan midden op den dag; haar grootmoeder was vroeger nooit zoo mooi, zoo groot geweest; zij nam het kleine meisje op haar arm, en beiden vlogen in glans en vreugde hoog boven de aarde, oneindig hoog; en daar boven was noch koude, noch honger, noch angst, zij waren bij God!
Een paar miesertjes waren er onder: ééntje vooral, zoo'n echt embryo-van-een-aapje-op-sterk-water, zou je gezegd hebben; met een mager ouwemannetjes gezichtje, beentjes en armpjes als lucifers. »Die is nog pas een paar weken hier«, zeide de dokter, »zijn moeder, een arme boerin, heeft hem gevoed met gekauwd roggebrood en hij was er bijna geweest.
"Mademoiselle, wilt u mij toestaan u er een paar aan te bieden?" vroeg Rodolphe, terwijl hij een paar lucifers in een papiertje wikkelde en op het balcon liet vallen. "Dank u zeer!" antwoordde Sidonie, terwijl zij haar sigaret aanstak. "Mademoiselle ...." ging Rodolphe voort, "zou ik u in ruil voor den kleinen dienst, dien mijn goede engel mij toegestaan heeft u te bewijzen, u mogen vragen?..."
Verder de vuurzaag en de vuurboor, die den strijd met de lucifers niet opgegeven hebben; de eerste is afkomstig van de westelijke helling van den berg Himandiri op oost-Flores en bestaat uit twee stukken droge bamboe, die men dwars over elkander zaagt, totdat de fijne bamboekrullen, die men in de nabijheid legt, ontbranden; in 20 seconden, schrijft de heer Van der Sande, die zich al deze dingen laat vóórdoen, was het bamboeschrapsel ontstoken.
"Wat dóe je toch?" , vroeg de blinde: "maak geen brand." "Nee", zei hij zacht, rondkijkend met gespannen oogen bij de korte lichting der lucifers. Het was eene kleine vensterlooze alkoof, berghok geweest, met één kalen, water-zweetenden muur, waarvan het zwartlak was verschilferd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek