Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
Maar zegt niet Guinizelli van zijne Lucia: Zij gaat getooid van zooveel lieflijkheden, Dat ze ieders hoogmoed breekt door haren groet En elken heiden 't waar geloof zou schenken. Nooit kan een laag man voor haar aanschijn treden. Maar grooter nog is 't wonder dat zij doet: Wie haar aanschouwt kan niets wat slecht is denken.
Er hangt een vloek over mij. De vloek van Lucia Pezza. Lach niet daarmee, Flor. Dat wijf is een zwarte heks. Ze komt me 's nachts plagen. Ze schrijft me leelijke briefjes. Ze dreigt en ze verwenscht, en hare macht is verbazend. Ze heeft ook Pezza in hare macht. Herbegin die flauwe historie niet, alsjeblieft. Daar zijn we nu eens over en overzat van.
Hij knikte flauw. Hij veegde met zijn zakdoek het zweet af, dat op zijn voorhoofd parelde. Hij snoot zich met een luidelijk gerucht. Hij haperde nog ergens .. Ik wil bij u blijven, stotterde hij, ik peins over al die dingen te gelijk. Maar kan Dissel dat allemaal niet te weten komen? Veronderstel .... och, wat zal ik weer veronderstellen? .... wacht even, Lucia.
Wat al gedaan is, wordt niet in het uiterste oogenblik met eene lafheid weer goed gemaakt. Gij hebt te veel reeds aangenomen om dit, op een einde, te weigeren. Ik heb niets gedaan, niets zelf gedaan. Gij hebt mij in de armen van Dissel geworpen; gij hebt me, mede met hem, tot een slaaf gemaakt. Genoeg nu, Lucia. Ik ga niet verder meer.
Gedurende een entre-acte van de Lucia di Lammermoor was zij even komen eten; zij besproeide nu met een kleintje koffie een maaltijd, die uitsluitend uit een artisjok in olie en azijn bestond. "Twee konijnenragouts, drommels!" zeide zij zacht tot het meisje, dat als kellner dienst deed; "dat is ook een jonge man, die van goed eten houdt. Hoeveel krijg je van me, Adèle?"
Paard en rijtuig moest ik hebben, met edelgeborene verkwisters in verkwisting wedijveren, halve nachten tusschen flesschen champagne en liederlijke gezellen van alle slag tuischen, zingen en juichen.... Het spreekt van zelven, dat majoor Roovelt en mijn voogd mij zeer streng over mijn zinneloos gedrag berispten, en de arme Lucia, meer nog dan te voren, mij wanhopige verwijten deed; maar hunne vermaningen, daar ik ze als berekende dwangmiddelen aanschouwde, deden mij des majoors woning schuwen, en dreven mij tot nog grootere buitensporigheid aan...."
Op de honderden vragen die Lucia wanhopig haar stelde, wist ze alleen te antwoorden dat Pezza zeer bleek was en dat zijn reisgezel die de koets leidde, er jong uitzag, mager, sterk, en roerloos vooruitblikte. Van de automobiel zelf wist ze geen bijzonderheid, die haar van 't zij eender welk ander automobiel kon onderscheiden. Twee maanden gingen om.
Zeker, Lucia heeft mij teeder en innig bemind, te veel misschien voor ons beider geluk, maar men mag van het menschelijk gemoed het onmogelijke niet verhopen. Hare wettige verontwaardiging heeft de liefde in haar hart uitgedoofd. God weet, is zij niet lang reeds getrouwd? In alle geval, het schijnt mij dat ik, schuldig als ik mij gevoel, haar niet zou durven naderen.
De sergeant-majoor onthaalde dit vooruitzicht met eenen bitteren grimlach, en bewees dat dit eene ijdele hoop was, aangezien de kwaal in de ongelukkige Lucia onherstelbare vorderingen had gedaan; maar de fourier liet zich niet overreden en beweerde, dat het ten minste hun plicht was, dit laatste redmiddel te beproeven.
Roovelt, en bewees hij daardoor dat zijn gedrag sedert lang onberispelijk was geworden, zouden Lucia en haar vader zich niet gelukkig achten, te mogen vergeten wat er was geschied? Zij waren op de Markt van Gheel getreden, toen de sergeant-majoor antwoordde: "IJdele droomen!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek