United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


Biermans, die onlangs Loovers kindje als klierachtig behandelde, totdat jij, er bijgeroepen, verklaarde dat het een hersenontsteking was, die man is òf afgeleefd òf nooit te vertrouwen geweest.

En nu, welkom! welkom in de plaats van waar wij uitgingen, en daar wij toch aan het welkom heeten zijn: welkom! in de met loovers en bloemen versierde appartementen van den Franschen komiek Prevost, die reeds sedert zes weken met zijn Léonore en zijn aanstaanden schoonzoon in het hotel l'Empereur is teruggekeerd.

Even zweeg hij, starend naar de loovers en de wolkjes, die hoog aan den hemel dreven; toen, wijl hij moeizaam ging onder het roerloos geboomte waar de zon maar flauwtjes scheen, zeide hij met nog zachter stem tot het kind, dat haar schoon gelaat hem nimmer zou verlaten, dat hij ten minste haar liefhad die ginder onder de bladeren lag,... en dat hij misschien, misschien gelukkiger was geweest dan de ander dien zij beminde.

En ’t schaarsch struweel, dat gretig naar mij hield Zijn duizend groene vingren uitgestoken, Heeft mij verslonden, waar ’t van loovers krielt En bijtende elzen, die het aanschijn strooken Met rasp en tand, door martelzucht bezield; Toen, uit de ruwe omarming losgebroken, Viel ’k aan den hoogen bergzoom neêrgeknield, En zag in diepte en damp het dal gedoken.

"Hij heeft ons niet herkend... Zoen 'm niet meer... 't Is niet goed dooien te zoenen, juffrouw." "Goeien avond, meneer." "Dag juffrouw... An welk adres motten de kleeren...?" "Dat weet ik niet." ... "Wat gaat u nou voortaan beginnen, juffrouw?" "Dat weet ik niet... Goeien avond, meneer." "Goeien avond, juffrouw." Lentemorgen. Warm scheen de zon door de loovers.

Bij de’ oever, waar een stroom van loovers helt Uit berkekruin, en schaduwen doet waren Op duizend bloemen, die ten rei zich scharen In ’t woud van goud, droomt zij, wier boezem zwelt: ’t Jong bloempje droomt een glimlach vergezelt Het sluimrend zwoegen van dien maagdeboezem, Door wade niet en niet door leed bekneld;

Het was opeens heel kalm in mij geworden. Het zonk en zeeg alles in mij neer, als frissche dauw op drooggeschroeide loovers.

Te Dantumadeel sloegen de kinderen ballen uit, waaronder éen met loovers versierd; daarmee begon de wedloop, om den mooien Sint-Petersbal te bemachtigen.

Wij hadden ons voorgesteld eens flink op onzen wandel te gaan door de fraaie, houtrijke omstreken, en zoo, al dolend onder Wijnmaands bonte loovers, naar hartelust, als eertijds onder de schaduwen van de Delftsche kerktorens, weer eens te kouten over los en vast.