Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 oktober 2025
Den ganschen nacht loeide en kraakte het, als ware een leger van booze geesten rondom het vaartuig losgelaten; de masten steunden en bogen onder den druk van den wind, de riemen braken door de aanzwellende kracht van het water en de zeilen scheurden van de touwen af.
Meta had altijd in haar schrijflessenaar een telegram klaar liggen, dat elk oogenblik verzonden zou kunnen worden, en Jo week niet van Bets' kamer. De eerste December was een echte winterdag. Een gure wind loeide om het huis, de sneeuw viel met groote vlokken en het jaar scheen zich tot den dood voor te bereiden.
Maar schaarsch zijn die gelegenheden, en weinigen zijn er, die ze kennen. Zoo zweefden Beatrice en Geoffrey in hooger sfeer, terwijl de storm om hen heen loeide, als een gepast accompagnement van hun onstuimige liefde. En zoo vielen zij ook ter aarde. "Wij moeten heengaan, Geoffrey," zeide Beatrice, "het wordt laat. O, Geoffrey, Geoffrey, wat hebben wij gedaan? Wat zal daar het einde van zijn?
Naar hem terugkeeren kon zij niet, haar geheele lichaam deed haar pijn, de nacht was aangebroken, de wind loeide en zou weldra tot storm aangroeien. Welk een angstvollen nacht zou hij doorbrengen, hij Boudewijn, de geduchte graaf, die burchten en steden had ingenomen, zelfs den machtigen keizer van Germanië had overwonnen.
Door den wind gedreven, ijlde zij over het doorweekte, modderige pad, terwijl de orkaan over het Alexandersveld loeide. Telkens deinsde zij voor de takken terug, die de boomen over haar neerschudden, en zij begreep nu voor het eerst, dat zij gevaar liep verpletterd te worden door een dier krakende stammen.
Toen kuchte hij, en, zich vermannende, riep hij radeloos tot de zijnen: »Salvo-vuur... Aan... vúúrr...!!« Een storm van verontwaardiging loeide door onze overigens zoo gedisciplineerde gelederen. De ontwapende vijand was gefusilleerd...
En mijn gids tot hem: "waarom schreeuwt ook gij? 25 Nu beginnen de jammertonen zich door mij te doen hooren: nu ben ik gekomen daar waar veel klacht mij slaat. 28 Ik kwam in eene plaats, die van alle licht stom was, maar die loeide als de zee loeit bij storm, wanneer zij van tegenstrijdige winden wordt bestreden.
De dorre bladreuk leefde op en er was een zeer gemoedelijke stilte op het land; alleen de grijsgele bladeren ritselden, kraakten en ruischten onder en over Pallieters voeten. Een koe loeide naar haren stal, een blad viel op Pallieters hand en in de donkere Begijnenbosschen galmde nog, weemoedig en traag, een eenzame jagershoren.
De vensters klapperden en de luiken bonsden, de wind bulderde en loeide in den schoorsteen, en blies nu en dan den rook en de asch door de kamer, alsof hij een legioen van geesten in zijn gevolg medebracht. Legree had eenige uren lang rekeningen zitten nazien en couranten lezen, terwijl Cassy in een hoek stroef in het vuur zat te staren.
Daarmede gingen weder twintig minuten verloren; toen reden zij in galop verder. 't Was donker op de vlakte. Lage, dichte en donkere nevels zweefden boven de heuvelen en stegen op als rook. Tusschen de wolken zag men lichtvlekken. Een harde wind, die van zee kwam, loeide van alle zijden als bruisende golven. Al wat men nog kon zien, had een schrikbarend voorkomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek