Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juli 2025


Je naam is Helmond; ik weet het; ik wist het al lang. Je moet dat geen liegen heeten mijnheer!" "Wie zegt je dat ik dat liegen heet: Liegen is laag. Ik verzoek je zoo iets niet te herhalen." "Maar één ding is toch zeker, óf je schaamt je je naam, óf je schaamt je je betrekking menheer Philippe. Het eerste kan niet waar zijn, dat weet ik. U hebt evenals ik, heel wat grootheid in de familie.

Nog lang redekavelden zij op dien toon, totdat de oude vrouw het waken moede werd en tot hare dochter geeuwend sprak: "Kind, sta op, wij zullen gaan slapen, want 't is al zoo laat!" Dit bevel behaagde het meisje niet, daar zij de hoop op Geeraarts komst nog niet verloren had; zij wist niet wat uit te vinden, om hare moeder op te houden. Zou zij liegen?

Gij, verrader, gelijkt de slang die in het ingewand harer moeder knaagt; want gij levert de vreemden het land dat u gevoed heeft. Beef, ik heb nog zonen die mij wreken zullen, en gij gij zult op uw bed niet sterven! Gij weet dat een mens in zijn stervensuur niet liegen kan." Jan van Gistel verbleekte bij de plechtige voorzegging des grijsaards.

En Wouter hield een oogenblik op; de vrouw des huizes was aangedaan; zij dacht niet aan het belagchelijke, dat men in bedrogen minnaars pleegt te zien; zij dacht er slechts aan, welke een harte Eefje gekrenkt had, ten prijs van haar eigen verderf. "O, dat die oogen liegen konden!" besloot de jongman.

Keek telkens tersluiks even op of "de kunstenaar" nog kwaad was, en lachte dan kinderachtig om 't weer goed te maken. "Nou, 'k dacht dat jij gladder kon liegen, Excellentie. Je valt me tegen ... Maar vertel nou maar verder van hoe dat toen afliep met dien Spaanschen graaf-veekooper uit de Italiaansche stad Jena ... Je zat leelijk geknipt, ?"

Hy meende dat het slenteren en draaien en 't schipperen met halve waarheden, tot de attributen van volwassenheid behoorde, en wanneer-i zich rekenschap had kunnen geven van z'n indrukken, zoud-i zich misschien betrapt hebben op den hoogstonzedelyken wensch: och, wanneer toch zal ik "groot" zyn, en bekwaam genoeg om zóó te liegen!

Machtige wetgevers in den Staat! gelooft ze niet de valsche boodschappers, indien ze komen mochten, die u zouden verhalen, dat de hulpe, die wij van u afsmeeken, een onnoodige is. Zij zouden liegen! Maar neen, komen zullen ze niet; want ik zeg u: Zij, zij zouden metterdaad de ellendigen zijn, die de schoone vrouw tot ontucht en kindermoord verleiden.

Aan den leermeester werd natuurlijk het eerst het woord gegeven. Hij pleegde de oneerlijkheid mijn heftigen uitval toe te schrijven aan eene terechtwijzing, die hij noodig had geacht bij eene verkeerde vingerzetting. Ik begreep wel dat de ongelukkige liegen moest; het gold zijne kostwinning.

Elke klepelslag gromde 't schandaal heftiger in de gemoederen, dee de brandblusschers langer napraten. Je zou zoo 't raam uitvliegen om den kippigen vent, die nog wel 'n uur an 't touw zou trekken, te waarschuwen. Heel kort had-ie den inval om den burgemeester telephonisch op te schellen. Hij zou z'n praatje wel maken, brutaal liegen dat ze hier of daar waren geweest. Jawel!

's Konings vertrouweling komt eischen dat het offer nu spoedig plaats vinde. Arkas zal verlof vragen, maar herinnert nog eens aan Thoas' aanzoek, haar ernstig radend den koning, die haar zoo lang gespaard heeft, niet ondankbaar te zijn. Nu voelt ze de noodzakelijkheid, den koning voor te liegen, als een nieuwen vloek, en ze smeekt de goden: "Redt mij, En redt Uw beeltenis in mijne ziel!"

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek