Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Ik had nog geen tijd gehad om mij te bewegen, toen de professor mij reeds op den toon van het levendigste ongeduld toeschreeuwde: "Hoe is het, zijt gij er nog niet?" Ik stoof het vertrek van mijn geduchten oom binnen. Otto Lidenbrock was, ik erken het gaarne, geen kwaad mensch; maar, als er geene ondenkbare veranderingen plaats hebben, zal hij als een echte zonderling sterven.
De bladeren misten hun groen, en de bloemen zelve, zoo talrijk in het tertiaire tijdperk, hadden kleur noch geur; 't was alsof zij vervaardigd waren van papier, verkleurd onder den invloed van den dampkring. Mijn oom Lidenbrock waagde zich onder die reusachtige takken. Ik volgde hem, niet zonder zekeren angst.
Maar van een geheel anderen aard werd zijne gewaarwording, toen hij, over de beenderen stappende, een schedel opnam en met eene trillende stem uitriep: "Alex! Axel! een menschenhoofd!" "Een menschenhoofd, oom," antwoordde ik met geene mindere verbazing. "Ja, neef! Ach, Milne-Edwards! Ach, de Quatrefages! Waarom zijt gij niet hier, waar ik ben, ik Otto Lidenbrock!" Voorwereldlijke overblijfselen.
"Ik keur het zeer goed, mijnheer Lidenbrock!" zeide hij, "dat gij met dien vulkaan begint; gij zult daar een rijken oogst van wetenswaardige waarnemingen inzamelen. Maar zeg eens, hoe denkt gij het schiereiland van den Sneffels te bereiken?" "Over zee door de baai over te steken. Dat is de kortste weg." "Ongetwijfeld, maar gij kunt dien onmogelijk nemen." "Waarom?"
Ik verliet als bedwelmd het vertrek van mijn oom, en er was geen lucht genoeg in de straten van Hamburg om mij te doen bijkomen. Ik ging daarom naar den oever der Elbe, ter plaatse waar de stoomboot ligt, die de stad in gemeenschap brengt met den spoorweg van Harburg. Was ik overtuigd door hetgeen ik gehoord had? Was ik niet onder den invloed van professor Lidenbrock geweest?
"Neen, goede Martha! hij en niemand in huis zal meer eten! Oom Lidenbrock wil ons allen honger laten lijden, tot hij een oude vod ontcijferd heeft, die volstrekt onmogelijk te ontcijferen is!" "Dan zit er niet anders op dan van honger te sterven!" Ik durfde er niet voor uitkomen, dat dit ons onvermijdelijk lot zou zijn met zulk een onhandelbaar mensch als mijn oom.
Ik veronderstel, dat professor Lidenbrock mijne gedachten, misschien wel mijne vrees deelt, want na het breekijzer onderzocht te hebben ziet hij rond over den oceaan. "Naar den duivel," zeide ik in mijzelven, "met die gedachte, waarop hij gekomen is, om te peilen! Hij heeft het een of andere zeedier in zijne schuilplaats gestoord, en als wij niet onder weg aangevallen worden!..."
Ik zal het niet opgeven; ik zal geene streep achteruitgaan, en wij zullen zien, wie het winnen zal, de mensch of de natuur!" Op de rots staande, verbitterd, dreigend, scheen Otto Lidenbrock, gelijk de woeste Ajax, de goden uit te dagen. Maar ik oordeelde het noodig om tusschen beiden te komen en die zinnelooze drift te betoomen. "Hoor mij aan!" zeide ik hem op een vasten toon.
"Wat!" riep de heer Fridriksson, "wij bezitten acht duizend deelen, waaronder vele kostbaar en zeldzaam zijn, werken in de oude Scandinavische taal, en al het nieuws, waarvan Kopenhagen ons jaarlijks voorziet." "Waar zitten die acht duizend deelen dan? Ik...." "O, mijnheer Lidenbrock! zij gaan het gansche land door; men heeft smaak voor de studie op ons oud bevrozen eiland!
Tot nu toe hadden de feiten de theoriën van Davy en Lidenbrock bevestigd; tot nu toe hadden, bijzondere omstandigheden van tegen het vuur bestand zijnde rotsen, van electriciteit, van magnetismus, de algemeene natuurwetten gewijzigd; want de theorie van het inwendige vuur bleef, mijns inziens, de eenige ware, de eenige verklaarbare.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek