Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 mei 2025


Wij zouden de vraag kunnen stellen, of door de medewerking der vrouwen ook veel leelijks, wat menigmaal aan de politiek is verbonden, zou kunnen verdwijnen, of althans verminderen; doch men mocht ons eens van te groot idealisme beschuldigen.

"Ha moar meniere toch!" kreet zij verschrikt, vuurrood van schaamte, met een plotseling gevoel van zelfverwijt, alsof zij iets heel leelijks had gedaan. Hij glimlachte over haar ontzetting, ging in zijn zak en stak opnieuw de hand tot haar uit. Zij wilde vluchten. "Kij heb ook een knecht niewaar?" vroeg hij kalm. "Joa w' meniere, moar 't en es oprecht nie neudig," zei ze bevend....

Maar nu nog een ernstig woord, voor we voor ditmaal scheiden: de meeste lezers hebben een weerzinwekkend hebbelijkheidje: ze onthouden wat er voor leelijks over 'n schrijver door zijn bespreker is gezegd, maar wat deze heeft geprezen, d

Je ziet er opeens zoo vreemd uit. Je was zoo even heelemaal anders." "Maar 't is ook zoo verschrikkelijk," barstte ze smartelijk uit, "het was alles zoo mooi, de weilanden en de boomen, en de hééle wereld, en ik had zoo 't gevoel, dat iedereen goed moest zijn, bij zulk weer. En nu hij daar opeens, zich weggooiend, vragend aan.... op zoo'n heerlijken lentedag iets zoo leelijks."

"Neen," sprak baas Daelhouten kortaf, "neen, ik straf mijn kinderen niet. Ik weet dat iedereen aan mijn arme kinderen van al wat er leelijks gebeurt de schuld geeft." "Zooals je wilt!" antwoordde monsieur Levin, "zooals je wilt; maar dan heb ik je ook wat te zeggen!" "En dat is?" vroeg baas Daelhouten.

Maar doordat hij overal met zijn baas meêliep, kwam hij ook met hem in de schuur, als hij het kalfje melk gaf, en bleef meestal buiten het hok naar hem zitten kijken. De boschwachter noemde het dier Grauwvel, omdat hij niet vond, dat het een mooieren naam verdiende, en Karr was dat met hem eens. Telkens als hij het zag, vond hij, dat hij nooit zooiets leelijks en wanstaltigs had gezien.

"Wie zegt dat, dat er geen school komen zal?" vroeg een ruwe, stoergebouwde boer, met breede kaken en een smal hoofd. "Ik! De blanke paters hebben gezegd dat Don Crisóstomo een pilibistiro is. Er komt geen school!" Allen keken elkaar vragend aan: die naam was iets nieuws voor hen. "En is dat iets leelijks, die naam?" waagde ten slotte de stoere landbouwer te vragen.

Flitz werpt bij deze woorden een glurenden blik op den spreker, terwijl er iets leelijks, iets onderzoekends in den tweeden blik is, welken hij op "de maagd" werpt, die links naast hém, en rechts naast Van Bavik gezeten is. "Die haar kent," vervolgt de spreker: "weet echter dat zij hare schoone zuster hartelijk is genegen, en noode toetreedt om haar te vervangen.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek