Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 mei 2025


Op de visite lachten de vriendinnetjes haar uit en noemden haar "Juffertje Te Laat." En als ze groote menschen op zich wachten liet, zeiden ze allemaal: "Foei, wat een onbeleefd kind! 't Is te hopen, dat ze die leelijke gewoonte nog afleert, eer ze groot is." Ja, 't was te hopen; maar het gebeurde niet. Hilda werd wel grooter, maar ze bleef "Juffertje Te Laat!"

Ja, kinderen, ik heb gehoord, dat in dienzelfden boevenwagen, waarin Luigi eens van Verona naar Trient reed, zijn ouders ook gezeten hebben. Maar niet om er weer uitgelaten te worden evenals hun zoon, doch om van het station af naar de gevangenis gebracht te worden. Men vertelde heel leelijke en vreeselijke dingen van die lieden. Nu, dat is niet te verwonderen ook.

De vergadering van den gemeenteraad. De zaal waarin deze gehouden werd, was twaalf tot vijftien meter lang en acht tot tien breed. De muren witgekalkt, waren bedekt met meer of minder leelijke houtskool-teekeningen, sommige zeer onfatsoenlijk, met bijschriften die ze verduidelijkten.

Ze waren hierop schielijk weggeloopen; maar Douwes was nog niet vlug genoeg geweest, want hij had van den zeeman nog een fermen draai om zijn ooren opgeloopen. "Baviaan, leelijke baviaan!" riepen de drie jongens, toen ze zoo ver waren, dat hij hen toch niet meer krijgen kon. "Wel foei, dat waren dan toch eens echte kwajongens!" denk jelui zeker. Ja, wat zal ik je daarop antwoorden?

Een had een heel bosch van heele boomen te dragen, waarvan de bebladerde takken op den grond hingen, een leelijke cavalcade, om op een smallen weg te ontmoeten, vooral, als men een schrikachtig paardje bereed. Er volgde een steile helling over een buitengewoon steenachtig pad.

Met dit doel voor oogen zette hij dus zijn breed geranden hoed op, wikkelde zich in zijn wolkenmantel, en trok naar Jötun-heim. Op weg naar de woning van den reus kwam hij voorbij een veld waar negen leelijke kerels bezig waren met hooien.

Voor de eerste maal van haar leven wist ze geen besluit te nemen. Zij en wilde hem niet laten trouwen, zij en wilde geen geld geven aan die vreemde kerte. Ze fluisterde, al kijkend naar de zoldering, heel wijd: Geen geld.... Maar ze wilde ook Romaan niet kwijt zijn. Ze verwonderde zich dat ze hield van hem, na al zijn leelijke doening. En ze hield van hem.

De vlag werd gedragen langs slingerende paden, en hij vroeg zich verwonderd af, waar zij en de menschen, die haar droegen, wel heen zouden gaan. Hij kon niet gelooven, dat zij naar de leelijke, woeste bergvlakte zouden komen, waar hij zat. Maar dat deden ze toch. Daar kwam de vlag te voorschijn uit het bosch, en achter haar aan kwamen ze allen, wien zij den weg had gewezen.

Met een ontroerde stemme zei ze: Ik heb ongelijk.... Ik voel dat ik niet wel ben.... Ik had u dat anders moeten zeggen ... niet zoo brutaal, mijn kind ... maar ik ben niet wel, zekerlijk.... Ik ben koortsig. Ge moogt die leelijke dingen ... daar even ... niet kwalijk opnemen. Ik heb u lief, ik wil uw geluk.... Ik ben niet gelukkig. Ja ... daarom wil ik zoo hardnekkig uw geluk.

Degeen nu, die het lijk droeg, was Jean Valjean; degeen die den sleutel had, spreekt op dit oogenblik tot u, en het stuk van den rok..." Thénardier voleindde zijn zin met uit zijn zak een stuk zwart laken te halen, dat gescheurd en met leelijke vlekken bedekt was; hij hield het tusschen zijn duimen en wijsvingers voor zijn oogen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek