Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Hij had mij zijne wetenschap en zijne goedheid, heel zijn verstand en heel zijn hart geschonken. Een oogenblik kwam ik in de verzoeking hem toe te roepen: "Oom Lazare, sta op! laat ons samen een wandeling gaan maken, langs den oever der Durance, door die lanen waarvan gij zooveel houdt. De frissche lucht en de opgaande zon zullen u goed doen.
Hij glimlachte droef, ging weer neerzitten en schoof den stoel bij zich. Hij at, maar de koffie was koud en het brood bezwaard met harde korsten. Dieven, mompelde hij. Toen werd er tweemaal op de deur geklopt. Het leven van mijnheer Lieven Lazare was de voortdurige herhaling van dezelfde hoop en dezelfde zorgen. Hij had altijd de armoede gevlucht en was er nooit in gelukt.
Ik drukte nog een kus op haar voorhoofd, zonder dat zij het voelen kon, en ging tegen wil en dank weg, met een hart vervuld van liefde. Beneden op de binnenplaats, vond ik oom Lazare, die met bezorgdheid naar het venster van Babet's kamer opkeek. Zoodra hij mij aan zag komen, vroeg hij: "Welnu! Zou het voor heden zijn?" Sedert een maand richtte hij elken morgen geregeld dezelfde vraag tot mij.
Een eind aan wat? Dat wist hij niet, maar hij werd, jegens Lazare, zeer verlegen omdat hij 't doen moest. Het huwelijk was, in zijn idee, iets dat men doen moet, iets waartoe men gedwongen is. De vrouw van den politieagent woonde in het huis, waar hij een zolderkamertje met een duivenkot gehuurd had, nummer 82 op de Papenvest. Hijzelf gebruikte het duivenkot niet.
Een portret van vader Doening en moeder hing aan den wand erboven. In een hoek van de kamer stond op een kleinen eiken altaar een koperen Kristusbeeld. Pastoor Doening dacht aan Vere, de dochter van Lieven Lazare, en hij dacht aan den dooden dichter, en hij dacht aan Renildeken. Hij had dien avond een zeer klaar zicht van Renildeken.
De stilte, die geweldig op de verwondering van die zesdubbele blikken neerstortte, mat meteens de eenzaamheid, waarbinnen zich, als een gewond krijger in zijne tent, Lieven Lazare opsloot. Hij ook voelde, rond hem, de koude luchten en de harde voorwerpen zonder genegenheid.
O! gevloekte! gevloekte!.... Daarop hebt gij mij Babet geschonken, zijt gij vol zachtheid langs mijne weiden heengegleden. Ik dacht dat gij eene goede moeder waart, ik herinnerde mij dat oom Lazare teederheid had gekoesterd voor uw helder water, ik meende u dankbaarheid verschuldigd te zijn... Gij zijt eene ontaarde moeder, ik ben u slechts haat schuldig...."
"Volstrekt niet," verklaarde Babet, bijna verstoord. "Hij zal gauw opgroeien. Kijk eens hoe groot hij is. Zijne oogen schijnen al te spreken". Oom Lazare was het geheel met mijne vrouw eens. Hij hernam op ernstigen toon: "Maak er noch een priester, noch een krijgsman van, tenzij de jongen daarvoor eene onweerstaanbare roeping aan den dag legt.
Mijnheer Lazare had hun ook een bezoek gebracht, maar nadat hij, met de beste inzichten, was uitgevaren tegen de maatschappij en Simon had aangetoond als een werktuig in Gods handen om heel den rotten boel 't onderst boven te zetten, waren zij droeviger dan ooit. Dien avond hadden ze, naast malkander, over malkanders handen geweend .... Nu kwamen ze, arm aan arm, op den drempel voor.
Ik moet arbeiden om Babet te verdienen. Maar gij zult eens zien hoe dapper ik zal zijn." "O! wat zijt gij toch goed, oom Lazare, en wat kunt gij mooi spreken! Ik hoor wat de lente zegt; ik ook, ik wil ook een krachtigen zomer, een vruchtbaren herfst hebben. Men staat hier goed, men overziet het gansche dal; ik ben jong als de natuur, ik voel in mij de jeugd, die haar taak vraagt te vervullen".
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek