Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Ik leef in tweestrijd met mijzelf. Mijne werkzaamheden op mijn landgoed drukken mij en ik ben niet met hart en ziel bij het 'Joefanstwo. Verder nemen huiselijke zorgen, de ziekte van Nikolaas, van wien ik sedert hij in het buitenland vertoeft niets gehoord heb, en het vertrek van mijne zuster mij geheel in beslag.

Gij ziet, hoe ik hier leef. Maar gij moet niet vergeten, dat gij in den zomer bij ons gekomen zijt, nu niet alleen zijn.... Toen wij in het begin van de lente hier kwamen, leefden wij geheel alleen en wij zullen weder alleen leven; ik verlang niets liever dan dat. Maar stel u eens voor, dat ik alleen, ook zonder hem leef, ik geheel alleen.

Ik ben, ik leef in het verleden, dat zoete en dat bittere verleden, waar ik zoo gaarne toef, en waar als een lichtkrans uwe liefde doorheengeweven is. Ik lijd en ik geniet. Mijn hart is vol weemoed, maar daarnaast ook innige dankbaarheid, dankbaarheid voor het zoet geluk, dat uwe liefde mij gaf. Ik kan God nooit genoeg danken, dat Hij u tot ons bracht.

Maar omdat het duidelijk is, dat zij enkelen van ons, die hier zijn, beminnen, vrees ik, dat schande en verwijt hierop volgt buiten onze of hun schuld, indien wij ze meenemen. Daarop zei Filomena: Dat beduidt niets; daar waar ik eerbaar leef, zal het geweten mij over niets kwellen, wie ook het tegendeel wil beweren; God en de waarheid zullen dan voor mij de wapens opnemen.

Ik ben.... ik ben niets meer voor mijzelve. Ik ben.... alleen nog iets voor de kinderen. Voor hen denk ik nog en leef ik nog; als zij er niet waren, was ik dood. Er klonk uit haar woorden de herinnering eener doffe smart, die in berusting was weggewischt.

En hij zegt met een stem, schor van aandoening, uitputting en dorst: »Welk een dag!" Nu verwijdert zich Eliëzer, haalt een glas water en reikt het aan zijn baas. Maar Reinard Jansen weert het glas af. »Zoo waarachtig als ik leef," zegt hij, »ik zal er niet van drinken, voordat mijn jongen er van heeft gedronken!"

Alcibiades ging eerst ook werkelijk mede, doch bedenkende, hoe wankel de volksgunst is, wist hij te ontvluchten naar eene veilige plaats. Te Athene werd hij nu ter dood veroordeeld. "Ik wil hun toonen, dat ik nog leef," zeide hij en vertrok naar Sparta, Athene's doodvijand, waar hij met open armen ontvangen werd.

"Beken mij zonder omwegen," zeide Reinout in dezelfde taal, op een straffen toon: "op welke wijze gij mijn oogen hebt misleid: door welke zwarte praktijken gij u tevens hier en bij den monnik in het schuurtje hebt bevonden: beken mij de lagen, welke gij den edelen Graaf legt, of het gaat er door, zoo waar ik leef."

Mogen wij ons nu niet voorstellen, dat hij, voor dat kunstwerk staande, gedacht heeft: Laat de dood vrij komen, ik leef in de toekomst voort!... Hij heeft zijn wensch gehad. Het beeld staat er nog. Maar waar bestaat het voortleven in, dat hij zich dus verzekerde? Alleen in de herinnering der menschen een roem, vergankelijk als het schijnsel der maan op het groote beeld.

Waarom zocht je bóven de aarde, als je van de aarde leefde? Waarom? Waarom leef je eigenlijk? vroeg ze den kikker, als slotsom van haar overdenken. Wat heb ik je gezegd? waarschuwde deze, zijn sfinxen-houding bewarende. O, ja, neem me niet kwalijk! Maar weet je: ik moet altijd denken aan 't geen ik niet begrijp. Dat is verkeerd. Ik denk alleen aan wat ik weet; dat is veel eenvoudiger.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek