Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


Tusschen hem en zijn zoon André was geen zweem van gelijkenis te bespeuren, doch zonder dat de parallel daarom ten nadeele van een van beiden behoefde uit te vallen. André zag er gezonder uit dan zijn vader en had van zijne moeder sommige bevallige trekken geërfd, die de oude heer Kortenaer miste. Doch wat distinktie betreft, won de vader het misschien van den zoon.

"Belooft gij mij op uw woord van eer, mijnheer Kortenaer, dat hetgeen ik u zeggen zal een diep geheim zal blijven? Dat mevrouw Dijk daarvan nimmer iets bemerken zal?" "Dat spreekt, Sarah. Maar indien hetgeen ik van u vernemen zal niet duidelijker is dan hetgeen ik tot hiertoe te weten kwam, zal ik voor mevrouw Dijk niet veel te verbergen hebben."

"Gij moet in aanmerking nemen, lieve, dat Lidewyde eigenlijk geene Hollandsche is. Zij heeft voortdurend moeite zich te gewennen aan ons klimaat en aan onze zeden. Doch indien mijnheer Kortenaer u gezegd heeft, dat gij billijker over haar zult oordeelen naarmate gij haar meer van nabij zult leeren kennen, heeft hij de waarheid gesproken.

En zij had niet kunnen loochenen dat zij dit aardig vinden zou. Het denkbeeld, mevrouw Kortenaer te worden, stuitte haar in het minst niet tegen de borst; en met meer kennis van het vrouwelijk gemoed, dan hij op dit oogenblik nog bezat, zou André begrepen hebben dat zij minstens even gunstig dacht over hem als hij over haar.

Er zwierf door de wereld een jonkheer Lodewijk Kortenaer, die gedurende eenigen tijd op een dorp van naam ontvanger der openbare middelen geweest was en toen wegens misbruik van vertrouwen weggejaagd was geworden uit 's lands dienst.

"Neem u in acht, mijnheer Kortenaer," krijschte Lefebvre, die heden bijzonder goed gemutst was en daardoor nog luider sprak dan gewoonlijk. "Dokter Ruardi is een menschenhater en welsprekend. Hij zal u van deze goede stad en van hare inwoners een donker tafereel ophangen."

Ofschoon vele vlootvoogden wonderen van dapperheid bedreven, liet de, voor deze taak niet volkomen berekende, opperbevelhebber de gunstigste gelegenheid om op de Engelschen voordeel te behalen, voorbijgaan, zoodat, toen hij zelf met zijn schip in de lucht vloog, de wakkere Admiraal KORTENAER gevallen en ook onze Admiraal STELLINGWERFF gesneuveld en diens schip, de Zevenwouden, door de Engelschen genomen was, de gansche vloot met groot verlies aftrok en veel verminderd en zwaar beschadigd in de vaderlandsche havens terugkeerde.

"Zoo ziet gij, mijnheer Kortenaer," antwoordde freule Bertha, eensklaps in een min of meer sententieusen toon vervallend, "dat men verkeerd doet, te spoedig het ergste te vreezen." En toen, zich weder met haar gewone opgeruimdheid tot Lidewyde keerend: "Zeg mij nu, melieve, hoe zullen wij doen? Verlangt gij, dat ik jufvrouw Visscher schrijven zal, of schrijft gij liever zelve?"

Ik vind den ouden heer Kortenaer een allerbeminnelijkst mensch; zoo beminnelijk, dat het mijn begrip te boven gaat, hoe die oudste zoon van hem zich zoozeer heeft kunnen vergeten. Ik zou niet gedacht hebben dat het mogelijk was voor een kind, het leven van zulk een vader te verbitteren." "En ik zou durven beweren, Lydia, dat voor de menschelijke ondankbaarheid niets onmogelijk is.

Hij weet niet en behoeft niet te weten, hoe het kwam dat André Kortenaer eensklaps bleef beneden hetgeen men van hem zou hebben mogen verwachten; evenmin als hij zeggen kan, of gehouden is te kunnen zeggen, in hoe ver de handelwijze van den oud-minister van Buitenlandsche Zaken, André's oom, overeengebragt kon worden met de voorschriften der ideale zedewet.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek