Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 oktober 2025


Drie der gewone onderdeelen van de symphonie waren afgespeeld, toen ik mij zachtkens op den schouder voelde tikken. Ik zag om en bemerkte den arm en het gelaat van den goeden koekebakker, die van zijn introductiekaartje gebruik had gemaakt, maar te verstandig was bij deze gelegenheid zijn neefschap te laten gelden, en dus geen notitie van de familie nam.

Het eenige raam was bijna schouderhoogte van den grond; als je aan tafel zat, zag je niet veel meer dan een stuk lucht, waar langzamerhand de kleur uitweek, en wat sterren, als 't donker was. Schilderen? Wie kon er nog schilderen, als je Bavink hoorde? Alles lieten de lui zich voorzetten, letterlijk alles. Ik moest maar eens een schilderij maken. Dat was ik zelf, Koekebakker.

Je hebt er geen begrip van, Koekebakker. Dat duurt zoo jaren. Dan doet je ouwe heer je op een kantoor. Dan merk je, dat je al die dingen geleerd hebt om met een kwast papier nat te maken. Overigens is 't 't ouwe gedonderjaag, 's morgens om negen uur present en urenlang stil zitten. Ik vond dat ik op die manier niet opschoot.

Kees z'n vader begreep er niks van. Tegenwoordig groet-i me heel beleefd en noemt me "mijnheer Koekebakker", omdat-i m'n naam in 't Handelsblad heeft gezien.

De hollandsche kooplieden richtten een hulpkorps op; het opperhoofd der hollandsche factorij te Firando Koekebakker heette de man liet eenige kanonnen van het hollandsche schip aan wal brengen en in batterij stellen, om de muren van Simabara te beschieten; ja, ook de aan boord gebleven kanonnen werden, op zijn bevel, tegen de ongelukkige stad gericht, waarin de Christenen zich hadden teruggetrokken.

Koekebakker: Koek die zoet is Koek die goed is Koek die gaar is Proef of 't niet waar is. Koffiehuis: Alle anderen zijn in abuis, Maar hier is het ware koffiehuis. Kroeg: In den cabaret, dien men hier wijst, Wordt men gelaafd en gespijsd. Kuiper: Door kuipen werden veel tot staat en eer verkoren, Het kloppen is het best, hetgeen wij daaglijks hooren.

In den marmeren gang stond een groote rol loopergoed. "Wie kan ik zeggen dat er is?" "Koekebakker." "Wilt u mij maar volgen?" 't Jonge mensch ging mij voor, een smalle trap op, die ettelijke malen draaide. Boven, aan 't eind van een nauwen donkeren gang stond hij stil. In 't schemerige licht kon ik nog net even 't woord "Monsterkamer" lezen.

"Het maakt geen verschil, Koekebakker, als ik nuchter ben, begrijp ik er toch ook niks van." "Begrijp jij wat die zon van mij wil? Vier en dertig ondergaande zonnen heb ik tegen de muur staan, achter elkaar, omgekeerd. En toch staat-i daar weer iederen avond." "Als er geen wolken zijn," zei ik. Maar hij liet zich niet afleiden. "Koekebakker jij bent altijd mijn beste vrind geweest.

"De hoeveelste is dat?" vroeg ik. "De eerste pas. Dat gaat niet zoo gauw. Dat komt, omdat jelui nooit in den handel zijn geweest, jelui weet niet, hoe 'n toer dat is. Wat zal je drinken, kerel? Je neemt me wel niet kwalijk?" en hij doopte z'n pen in de inkt en staarde op z'n papier. "Koekebakker", zei Japi, keek hulpeloos rond en legde z'n pen neer. "'t Gaat niet, ik ben er geen kerel voor.

"Weet je wat ik denk, Koekebakker? Dat 't dezelfde vent is, die de spoorboekjes gemaakt heeft. Daar heb ik ook nooit iets van begrepen, hoe iemand dat kon. Gebenedijden... God is overal? Of niet, Koekebakker? Dat zeggen ze toch?" Ik knikte.

Woord Van De Dag

bedrijfsjaar

Anderen Op Zoek