Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Denk eens, de een, die Bybar heet, terwijl zijn broer zich Sandar noemt, komt op een avond hier de plaats oprijden, stijgt af, loopt in de kamer heen en weer, zonder zich om de aanwezigen te bekommeren, en eischt lood en kruit van mij. Van u, den Kiaja? Dat is sterk! Brutaler kon het niet. Had ik hem gegeven wat hij vorderde, dan had ik er mijn goeden naam bij ingeboet. Ik weigerde dus.

Van den slager neemt gij niets, gebood ik. Wat er in zijn zakken is, komt ons niet toe. Daarover beschikke de Kiaja. Maar wat Mubarek bij zich heeft, dat nemen wij. Hij had een mes en een paar oude pistolen bij zich. Zijn geweer lag op het dak; wij hadden het niet noodig. Maar twee buidels, groote volle buidels, haalde mijn kleine Hadschi uit zijn zak. Hamdullillah! riep hij uit.

De gezichten betrokken. Mijn ernst maakte zichtbaren indruk. Zij staken, bezorgd over het verbeuren der smullerij, de hoofden bij elkaar. De politieman stond als een arme zondaar te kijken. De Kiaja, die dicht bij mij was, meende dat hij het voor zijn onderhoorigen moest opnemen, maar zonder te erkennen dat ik bedrogen en belogen was. Hij zeide alzoo: Effendi, wat gij denkt, is absoluut onwaar!

Hier is de bevolking rustig en goed. Valt er iets voor, dan zijn het altijd vreemdelingen, die het ons lastig maken. Jammer dat de macht van een Kiaja zoo weinig beteekent. Het komt voor, dat schurken ons in het gezicht uitlachen, omdat zij weten, dat zij bij de hoogere Overheid meer steun vinden dan wij. Dat is treurig genoeg.

Zijn onderbeenen hadden kousen noch schoenen. Om zijn hoofd had hij een katoenen doek gedraaid, van het soort dat op de kermis voor een dubbeltje te koop is. In zijn hand had hij een olijven-stok, ter dikte van een kinderbeen. In plaats van een handvat was er een soort sikkel aan. Waartoe? Tot wapen? Dan was 't een hoogst gevaarlijk ding. Heer, hier is mijn politie-agent, zei de Kiaja.

Dan waren wij voor goed van hem af geweest. Dat zegt gij, gij die Kiaja zijt! Neen, dat zeg ik niet als Kiaja, maar als gewoon mensch. Was de oude ook dood, dan liet ik ze alle drie begraven, en er werd geen woord meer over gesproken. Nu moet ik den oude gevangen nemen en hem aan de rechtbank overleveren. Dat is een moeilijk geval. Het moeielijke daarvan zie ik niet in.

Wij willen de lijken, en ook den Mubarek, in de rotsholte brengen zeide ik. De Kiaja moge ze weghalen. Heer, de oude doet zijn oogen open. Hij is niet bewusteloos meer, zeide Osko, terwijl hij Mubarek met de lantaarn belichtte. Terstond bukte zich Halef over hem heen, om te zien, of het waar was. De oude schurk was werkelijk weer bijgekomen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek