Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 mei 2025


Juist was-i van plan dit heldenstuk uittevoeren, toen de deur opnieuw geopend werd. Er trad iemand binnen. 't Was dokter's Kaatje. Wouter herkende haar niet, en begreep er niets van, toen ze hem zeide door Femke gezonden te zyn om te vernemen hoe hy zich bevond? Hy zag de boodschapster eenige oogenblikken vorschend aan. Eindelyk: Kom... jy... me... nu... hier... ook... voor... mal... houden?

Kaatje, die van buiten was, zoo als de Amsterdammers zeggen; Kaatje, die in het hoofdstadje van eene onzer landprovinciën was geboren en opgevoed; Kaatje wist niet, hoe alles daar stil toegaat, het handuitsteken naar het voorwerp, het overreiken van het pand, het beschouwen het waardeeren heet het, geloof ik, stil, als ware de bank van leening het graf der bedrogen hoop.

Toen het kind andermaal uit de kamer was, sprak Kaatje, met tranen in de oogen, en smeekend zaamgevouwen handen: "Doorne! er was een tijd dat ge mij lief hadt toen waart ge nooit beschonken, moeten wij nog ongelukkiger worden?" Het werkte. "Er was een tijd dat ge mij lief hadt!"

Deze liefelijke toespraak gold niemand anders dan zijne vrouw, die toch eens de liefste zijner jeugd, zijn mooi Kaatje was geweest, die met hare drie kinderen had zitten voortschemeren, terwijl hij door een' zijner confraters van het kantoor den expediteur was vrijgehouden op een heeren-diner; de man was zoo aardig buiten 's huis.

Goed, de jongeheer heeft by ons ontbeten. Wel zeker, hy heeft by ons ontbeten! Je kunt wel meeryden, Kaatje. En Wouter in 't koetsje leidende, gaf-i den koetsier last optehouden voor 't huis Pieterse: "waar 't meisjen 'n boodschap had." Toen hy naast Wouter plaatsnam, greep deze z'n hand, en riep: Och, m'nheer, wat 'n geluk dat ik u zie! Vind je! 't Is toch... louter toeval. Vrouw Claus is...

't Is ook waar, Kaatje is haar, weinige oogenblikken voor Hardenborgs komst, met een bedenkelijk gezicht komen vertellen dat de generaal, volgens Bus, er slecht aan toe was. "Ja, ja juist, heel slechte tijding;" zegt Eva snel. "Toch niet reeds....?"

Je komt maar weer 's op 't veld. Sneeuw, Kaatje, Robert Roodhaar en de dikke Jan maakten zich verdienstelijk bij de dames. Zij boden haar ververschingen aan, terwijl Max zich óok door hen liet bedienen. Wat heb je daar voor sandwiches? Alstjeblieft, meneer, getruffeerde kalfsborst, meneer, zwezerik, meneer, en deze zijn met zalm, meneer, kwam Karel kellnerachtig voor hem staan.

"Maar hij was niet ziek," roept Kaatje, half in den waan dat ze dokter, met wien ze toch medelij heeft, door die verzekering nog eenigszins in zijn eer zal herstellen: "Hij is gisterenavond zoowat om half elf in huis gekomen; heeft omdat mevrouw al naar bed was op z'n kantoor smakelijk een boterham gegeten, en is toen doodbedaard brieven gaan zitten schrijven, blijkens dat er van morgen drie waren om naar de post te brengen...." Kaatje heeft bij deze laatste mededeeling eensklaps een kleur gekregen; maar men bemerkt het niet.

O ja, ja, ja, precies, juffrouw! Ik begryp 't nu heel best. Zie je? En daarom ... doe de komplimenten aan den dokter, en zeg dat ik wel laat bedanken. 't Is nu maar te hopen dat-i fatsoenlyk is ... Wouter, meen ik. Gut, draagt de koetsier zoo'n muts alleen in den winter? Kaatje maakte dat ze wegkwam. Ze nam zich voor, nooit van kapellen en olifanten te droomen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek