Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 november 2025


Een van myne Negers bragt my, den 24sten van deeze maand, twee zeer merkwaardige insecten, die ik tans beschryven zal. Een van de twee, die naar een sprinkhaan scheen te gelyken, was die geene, welke men doorgaans alhier Spaansche Juffer noemt; nimmer heb ik iets meer buitengewoons in deeze Volkplanting gezien.

"Vader!" zeide ik, met zooveel bedaardheid als ik machtig kon blijven: "Van al wat UEd. daar opnoemt is er slechts ééne aantijging, waarop ik schuld bekennen moet: namelijk, dat ik u voorgelogen heb betreffende mijn wandeling met Velters. Wat mijn kennis betreft aan de Juffer, die bij Heynsz logeert, deze schaam ik mij niet. UEd. hadt mij beloofd, daarnaar niet meer te vragen."

Toen de jonge juffer in de verte den donkeren klomp der bosschen uit de naakte heide zag opdagen, kwam zij terzijde van den boer en vroeg: "He! jongen, zeg mij, ik bid u, wat is dat ginder? Het gelijkt naar eenen zwarten berg." "Dat? Het is Wildenborg," was het antwoord. "Ha, daar woont mijnheer Reimond? In dat duister bosch?" "In het diepste van het bosch."

En zich tot de plaagzieke meiden wendend, ging hij voort: Juffer, als 't u belieft, trek mij zoo bij mijn haar niet; het is geene pruik, ik mag het u verzekeren. Hulp! Hulp! Vindt gij mijne ooren niet rood genoeg, dat gij ze nijpt en er het bloed in doet stijgen? En die andere, die mij gedurig knippen voor den neus geeft! Gij doet mij zeer. Laas! wat wrijft gij nu in mijn aangezicht? Een spiegel!

Ghy 1745 hebt my verklaert dat veel gheleerde medeçijnen vast stellen, dat indien op den naem van eenigh persoon de pols van een jonge juffer, en oock haer wesen, seer verandert, dat daer uyt vastelick te besluyten is datse van desselfs liefde bevangen is. 1750 Soph. 'T is seker, dat jae.

Deze juffer, die genoegzaam rijk scheen, bevond zich op den dorpel van een huis, in hetwelk zij gereed stond om binnen te treden, toen zij eensklaps in de verte eene andere juffer harer kennis zag aankomen; zij bleef bij de deur der arme woning staan, totdat hare vriendin haar nabij was; dan ging zij haar met eenen gullen lach te gemoet, en sprak haar aldus aan: "Eenen goeden dag, Adela.

In één woord mijnheer, vóór dat ik het zelve recht wist, stond de avondbezoekster op de mat ook binnen de lakensche tochtdeur; en, bij 't licht der kloklantaarn zag ik nu eerst recht wat een naar en haveloos perceeltje ik in huis had gehaald en zou ziedaar! twee zesthalven uit mijn zak hebben gegeven zoo ik die juffer met goed fatsoen weer op straat had gehad.

"Ongelukkig weet men er het rechte niet van," hief de oude juffer aan, wier schrille, scherpe stem haar de gelegenheid gaf het woord te bemachtigen, "maar algemeen wordt geloofd, dat zij zich door haar koetsier wilde doen schaken. Mogelijk zou dat gelukt zijn, doch.... de man had eene bruid, en toen dat uitkwam...."

"De kwade tongen!" riep de Heer Bos, opspringende, met een heftige stem, welke mij deed bespeuren hoezeer ik mij versproken had: "wie heeft die meer te vreezen, mijn dochter of gij? Wie zal er een jonkman te minder om achten, zoo hij, op reis zijnde, zich liever in de roef bij een jonge Juffer voegt, welke hij bij toeval ontmoet, dan dat hij met den gemeenen hoop in het ruim gaat zitten?

Deze liet zich echter door de ondervragende blikken der moeder niet ontstellen, plantte zich stoutelijk voor Siska en zeide met genepene lippen in de Fransche taal: «Ah, bonjour, mademoiselle Eudoxie! Gij hebt het pensionaat verlaten? Antwerpen gaat het geluk genieten eene zoo betooverende juffer te bezitten?

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek