Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Vreemde overheerschers hebben Judea onderdrukt, voordat de Romeinen het onderwierpen, zeide hij op plechtigen toon. Waar zijn zij gebleven, Messala? Judea heeft ze allen overleefd. Wat eenmaal was zal wederom zijn. Op luchthartigen toon antwoordde Messala: De Parcen hebben nog meer aanhangers behalve de Esseërs. Welkom, Juda, gij zijt een van de haren. Neen, Messala, reken mij daar niet toe.

Ja, ik beklaag u, arme Juda. Van de school in de synagoge, dan naar den tempel, en dan, o heerlijkheid, een zetel in het Sanhedrin. Een leven zonder vooruitzichten! Maar ik en Juda zag hem in het van overmoed stralend gelaat, maar ik nog is de wereld niet veroverd. De zee bergt onbekende eilanden. In het noorden leven nog volken, waarmede wij een lans kunnen breken.

In den hof gekomen begaf Juda zich tusschen het bloeiend struikgewas door naar de trap, om het terras te bereiken en zijn eigen kamer op te zoeken. Het zware gordijn oplichtende, dat den toegang afsloot, trad hij binnen en wierp zich voorover op den divan. Zoo bleef hij uren liggen, totdat tegen den avond een vrouw op den drempel verscheen en zijn naam noemde. Op zijn toestemming trad zij binnen.

Juda richtte zich op, wuifde met de hand en riep zoo hard hij kon de matrozen aan. Eindelijk gelukte het hem hunne aandacht te trekken. Zij roeiden op hem toe en namen de beide schipbreukelingen op. Arrius werd met alle mogelijke eerbewijzen op de galei ontvangen. Hij liet zich den afloop van het gevecht tot in de kleinste bijzonderheden verhalen.

De offerande van ram of var verzinbeeldde dit wel, maar was het niet. Hoe kon het ook? Of als een man in Juda honderd schapen had, en hij offerde Gode éen zijner rammen, was dat Gode zijn eere geven? Was het dan enkel die éene ram, waarop God recht had, of was het niet al zijn bezitting, of niet veel meer om hemzelf, om zijn hart, om zijn persoon?

Weest gezegend, onze vaderen, dienstknechten Gods, die het verbond bewaarden! Gij zijt de leidslieden der menschheid, gij staat aan de spits, en al ware iedere Romein een Cesar, gij zult die plaats niet verliezen! Juda was diep bewogen. Ga voort, bid ik u! riep hij. Het is mij, als hoor ik het geluid van trommelen en reien. Ik wacht op Mirjam en de vrouwen, die haar volgden. Goed, mijn zoon.

De man scheen geroerd te zijn. Naar den burcht met de vrouwen! riep hij, maar doe ze geen kwaad. Ik zal ze van uwe hand eischen. Toen tot de mannen, die Juda vasthielden: Bindt zijne handen, en brengt hem naar buiten; hij zal zijne straf niet ontgaan. De moeder werd weggedragen. Tirza, door vrees verlamd, volgde haar bewakers lijdelijk.

Heel mooi, Tirza, heel mooi! zeide Juda levendig. Het lied? vraagde zij. Ja, en de zangster ook. Waar hebt gij het opgedaan? Herinnert gij u den Griek nog, die een paar weken geleden in het theater zong? Men zei, dat hij lofzanger geweest was van Herodes en zijne zuster Salome.

De soldaten hadden de noordpoort ingetrapt en waren meester van het terrein. Juda begreep dadelijk dat het om hem te doen was. Zijne eerste opwelling was te vluchten; maar waarheen? Alleen vleugelen konden hem redden. Trillend van angst klemde Tirza zich aan hem vast. O, Juda, wat is er toch gebeurd? Hij antwoordde niet.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek