Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 mei 2025


Zeker. Altyd aan mama. Ziehier de reden van deze byzonderheid. Op 't adres van een brief aan 'n gehuwde vrouw, is plaats voor twee weledelgeborenhedens. De briefbesteller kwam nu van-tyd tot-tyd te weten dat de op zekere wys ter-wereld gekomen echtgenoot van m'nheer Kopperlith, ook reeds als jonkvrouw zich had weten meester te maken van 'n geboorte die hemelsbreed afweek van de gewone.

"Bij mijn ziel!" dacht Deodaat: "Reinout heeft een heerlijken inval gehad: en ik gun hem zijne zangeres, zoo ik dezen lieven engel op mijn gemak mag blijven beschouwen. Waarlijk, bevallige Jonkvrouw!" vervolgde hij, overluid: "ik dacht weinig, dat de nederige stulp van Walger met zulke bezoeken vereerd werd.

Wanneer zij in de stad en bij de woning van Adolf waren, bezag de Priester de bijliggende gebouwen alsof hij dezelve wilde herkennen en sprak: "Mijnheer Van Nieuwland, ik wens u vaarwel. Deze avond zal ik wederkomen misschien wat laat. Doet intussen uw uitrusting klaar maken." "Zult gij met mij niet tot de Jonkvrouw gaan? Gij zijt zo vermoeid.

Moar Fonske, zij-de gij virrewoare geworden? vroeg jonkvrouw Elvire. En in den klank van haar stem lag als 't ware iets van teleurstelling, terwijl zij hem, met vervreemde oogen, van het hoofd tot de voeten opnam. Joajik, mejonkvreiwe, schuchterde Fonske. En goat-e gij noar de tiekenschole nie mier? Toettoet, mejonkvreiwe, alle zondagnuchtijngen.

Eigenlijk achtte hij hen beter geschikt voor de stad dan voor buiten en 't speet hem wel een beetje dat hij ze naar Meulegem had meegenomen. Zij bewonderden zoo weinig wat hijzelf zijn leven lang had leeren waardeeren en vereeren, en hij wist niet goed of hij wel verheugd dan bang moest zijn voor een mogelijke ontmoeting met jonkvrouw Elvire of een der andere adelijke familieleden.

Amadijs maar hij was Alliene, zijt des gewes, o lezer! draafde zijn heer achterna; na een geheelen dag rusteloos dolen door woud en over weide was hij hongerig en moede, als de jonkvrouw, die hij was, wel zeker zijn mocht, maar een zoet geluk was er tevens pijnlijk wrang in zijn ziel om den rit, den dravenden ridder achterna, die reed het Zwevende Scaec achterna....

«Neenzei de jongste, «dan zou ik mij, als er dan toch een verandering moet plaats hebben, nog liever jonkvrouw laten noemen: jonkvrouw klinkt toch nog altijd wat deftiger dan juffer!» «Maar dan laat ik mij liever tot brandhout hakkenzei de oudste juffer.

En onder het uiten dezer woorden keerde hij zich om en liep met hevige gebaren terug in de straat. De jonkvrouw hield vol ontroering den blik nederwaarts en stapte in gepeinzen voort. Het was haar bang om het hart en zij schudde soms het hoofd in pijnlijken twijfel.

"O, red hem, red hem!" "Onmogelijk, het vonnis is geveld, ik ben onmachtig." "Hij moet sterven?" "Straks." "Mijn God, mijn God, men zal hem van den toren werpen, niet waar?" "Wie heeft u dit gezegd, jonkvrouw?" "Ach, ik weet het; reeds tien onzer arme broeders zijn dood." "Reeds twintig, Dakerlia. Het is te laat!" "Dus geene genade meer voor hem?" "Geene; de koning zelf heeft hem veroordeeld."

Na een reis van zeven dagen liep het schip van Amadis de haven van het Versterkte Eiland binnen. Intusschen was jonkvrouw Grasinda daar aangekomen en trad naar voren, om Oriana te verwelkomen, die zij zoozeer wenschte te leeren kennen, omdat haar roem over de geheele wereld verspreid was.

Anderen Op Zoek