Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


De meest bekende werken zijner eerste periode zijn: Jon Græff 1891, Ensomme Mennesker 1892, Mulm 1893, Kobberslangen 1894, Ada Wilde 1896, Ulf Ran 1897, Enken 1899. Peter Egge heeft vooral naam gemaakt door vertellingen uit het volksleven, Folkelivsskildringer, waarvan de eerste bundel in 1894 uitkwam.

Het strijdende landvolk werd al gevat; maar Jon bergde zich met zijne manschappen op zijne vloot, medenemende de beide lampen, benevens Minerva en de maagden van de beide burgten. Helprijk, de heerman, liet hem indagen, maar terwijl alle soldaten nog aan de overzijde van de Schelde waren, voer Jon terug naar het Flymeer en terstond daarna naar onze eilanden.

De zeelieden van Staveren en Alderga hadden zich gaarne tot Jon begeven, maar de groote vloot was op eene verre tocht uit. Nu gingen zij heen en voeren met hunne kleine vloot naar Medeasblik en hielden zich schuil achter de luwte der boomen. De Magy naderde Medeasblik, bij helderen dag en schijnende zon. Evenwel gingen zijne manschappen stoutweg op de burgt aanstormen.

Tha nacht kêm kêrde Jon nêi tha fêre Krêkalandum, to lesten kêmon hja by en land thåt bjustre skryl ut sa, men hja fondon thêr en havesmvda.

Hij zag er uit als iemand, die had geprobeerd iets te dragen, dat hem te zwaar was geworden, of iets uit te denken, dat hem te moeilijk was, en die gebroken en moedeloos was geworden, doordat het hem niet gelukte. "Je hebt zeker nog al wat gevangen, Jon, nu je zoo den heelen nacht hebt zitten visschen?" zei de rotsbewoner in 't Lapsch, toen hij bij hem kwam. De andere kreeg een schok, en zag op.

De koning was een afstammeling van Teunis, gelijk wij later hoorden. Toen zij nu Thyrus achter den rug hadden, kwamen de Thyriers een schip uit de achterhoede rooven. Dewijl dat schip te ver achteruit was, konden wij het niet terug winnen. Maar Jon zwoer wraak daarover. Toen de nacht kwam, wende Jon zich naar de verre Krekalanden.

Asa zat er aan te denken hoe 't hun was gegaan, toen ze naar den Malmberg waren geloopen, en naar een arbeider hadden gevraagd, die Jon Assarsson heette en in elkaar gegroeide wenkbrauwen had. Die wenkbrauwen waren 't merkwaardigst in Jon Assarssons gezicht, en maakten, dat de menschen hem gemakkelijk konden onthouden.

"Ze zeggen, dat hij uit visschen is gegaan," zei de arbeider. "Ze weten niet, of hij nog vanavond hier in 't kamp terug kan zijn, maar zoodra 't weer beter is, zal een van hen hem gaan zoeken." Daarop wendde hij zich weer tot de Laplanders, en bleef druk met hen praten. Hij wilde niet, dat Asa gelegenheid zou hebben hem nog meer over Jon Assarsson te vragen. 't Was morgen, en mooi weer.

Ja menheer je bent een acteur die aanmoediging verdient. Ik geef je zeshonderd gulden meer. Ja, jawel; maar op één conditie." "En die is?" "Zie, dat had ik nu juist liever onder vier oogen met je behandeld beste jon...." "Philippe, laat mij dan even...." zegt de jonge vrouw terwijl ze opstaat. "Wil je liever van mij hooren wat menheer Baars me te vragen heeft? Zooals je wilt Virginie.

Minerva thêr biliwa wilde dêde alsa. Thåt grâteste dêl gvng nêi Minerva, men tha jonggoste stjurar gvngon by Jon. Jon nam thêre foddik fon Kålta ånd hira fâmna mitha, ånd Minerva hild hira ajn foddik ånd hira ajn fâmna. Bitwiska tha fêrum ånd heinda Krêkalandum fand Jon svma êlanda thêr im likte, vppet grâteste gvng-er inna tha walda twisk thåt berchta en burch bvwa.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek