United States or Japan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men vsa britna kêmon ånd vsa bânnalinga thrvch tha Twisklânda vr in hjara marka fâra ånd vsa stjurar kêmon in hjara hâvna. Fon hjam hêradon hja kålta vr êlika frydom ånd rjucht ånd overa êwa, hwêr bûta nimman omme ne mêi. Altham wrde vpsugon thrvch tha drova månniska lik dâwa thrvch tha dorra fjelde.

Over de Schelde op de Flyburgt, zat Sijrhed; deze burgtmaagd was vol ranken, schoon was haar gelaat, en rap hare tong; maar de raad die zij gaf, was altijd in duistere woorden. Daarom werd zij door de zeelieden Kalta genoemd. De landsaten meenden dat het een eernaam was.

De Marsaten, dat zijn menschen, die op de meeren wonen. Hunne huizen zijn op palen gebouwd. Dat is wegens het wild gedierte en booze menschen. Daar zijn wolven, beeren en zwarte afgrijselijke leeuwen. En zij zijn de naburen of aangrenzenden van de heinde Krekalanden, der Kalta volgers en der verwilderde Twiskar, alle begeerig naar roof en buit. De Marsaten generen zich met visschen en jagen.

Minerva thêr biliwa wilde dêde alsa. Thåt grâteste dêl gvng nêi Minerva, men tha jonggoste stjurar gvngon by Jon. Jon nam thêre foddik fon Kålta ånd hira fâmna mitha, ånd Minerva hild hira ajn foddik ånd hira ajn fâmna. Bitwiska tha fêrum ånd heinda Krêkalandum fand Jon svma êlanda thêr im likte, vppet grâteste gvng-er inna tha walda twisk thåt berchta en burch bvwa.

Thius stap was mis dên, hwand nv kêm t-anfang fon thåt ende: Kålta thêr nêi-t segse êven blyd vppet wêter as vppet land hlâpa machte, gvng nêi tha fåsta wal, ånd forth vppa Missellja of.

Maar nu kwam Kalta en sprak: gij zijt vrij geboren en om kleine gebreken heeft men u tot verworpenen gemaakt, niet om u te verbeteren, maar om tin te winnen door uwe handen. Wilt gij weer vrij wezen en onder mijn raad en hoede leven, trekt dan uit, wapenen zullen u gegeven worden en ik zal over u waken.

Kalta, die, als men zegt, even gemakkelijk op het water als op het land kon loopen, ging naar de vaste wal en voorts op Missellia af. Toen kwamen de Golen met hunne schepen uit de Middellandsche zee naar Kadix varen en geheel ons buitenland langs en vielen op en over Brittannia, doch daar konden zij geen vasten voet krijgen, omdat de bestuurders machtig en de bannelingen nog Friesch waren.

Dus ging Jon, die weg wilde, met zijne speer en vaan, het jongvolk toeroepende, wie of vrijwillig zich bij hem wilde scharen. Minerva, die daar blijven wilde, deed ook zoo. Het grootste deel voegde zich bij Minerva; maar de jongste zeelieden gingen bij Jon. Jon nam de lamp van Kalta en hare maagden mede; Minerva behield hare eigene lamp en hare eigene maagden.

Doch Kalta miste al weder haar doel, want Minerva en hare maagden en de lamp werden alle door de rappe zeelieden gered.

Als bliksemvuur ging het over de landen, en eer des Kroders juul eens omgeloopen was, was zij meesteres over allen te zamen en de Thyriers van al onze zuiderstaten tot de Seine. Om dat Kalta haar zelve niet betrouwde, liet zij in het noordelijke bergland een burgt bouwen. Kaltasburch werd zij geheeten, zij is nog in wezen maar nu heet zij Kerenak.