Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Jon, Jôn, Jhon en Jan is gelijk met gegeven, doch dat ligt aan de uitspraak der zeelieden, die uit gewoonte alles bekorten, om het verre te mogen spreken en luide te roepen. Jon, dat is gegeven, was zeekoning, geboren te Alderga, het Flymeer uitgevaren met 127 schepen uitgerust voor eene groote reis en rijk geladen met barnsteen, tin, koper, ijzer, laken, linnen, vilt, vrouwenvilt van otters, bevers en konijnenhaar. Nu zoude hij van hier nog schrijfvilt medenemen; doch toen Jon hier kwam en zag, hoe Kalta onze roemrijke burgt verwoest had, toen werd hij zoo uitermate boos, dat hij met alle zijne manschappen op Flyburch losging en daar tot vergelding den rooden haan instak. Maar door zijn schout bij nacht en sommige zijner manschappen werden de lamp en de maagden gered; doch Syrhed of Kalta mochten zij niet vatten. Zij klom op de uiterste tinne; iedereen meende dat zij in de vlammen moest omkomen; doch wat gebeurde? Terwijl al hare lieden stokstijf van schrik stonden, kwam zij schooner als te voren op haren klepper, hun toeroepende: naar Kalta
Even als Apollonia beschouwden zij naderhand Lydasburgt en het Alderga. Daarna trokken zij over Staverens oorden bij hunne lieden rond. Zij hadden zich zoo beminnelijk aangesteld, dat de menschen hen allerwege houden wilden. Drie maanden later zond Adel boden naar alle vrienden die hij gewonnen had en liet hun verzoeken, dat zij in de Minnemaand wijze lieden tot hem zouden zenden,
De zeelieden van Staveren en Alderga hadden zich gaarne tot Jon begeven, maar de groote vloot was op eene verre tocht uit. Nu gingen zij heen en voeren met hunne kleine vloot naar Medeasblik en hielden zich schuil achter de luwte der boomen. De Magy naderde Medeasblik, bij helderen dag en schijnende zon. Evenwel gingen zijne manschappen stoutweg op de burgt aanstormen.
Zij moesten daar blijven, tot dat de vloot weder vertrok. Ten laatste kwamen wij te Alderga. Bij het zuiderhavenhoofd staat de Waraburgt, een steenhuis, daarin zijn allerlei schulpen, hoorns, wapenen en kleederen bewaard van verre landen, door de zeelieden medegebracht. Een kwartier daarvan daan is het Alderga. Een groote vliet omzoomd met schuren, huizen en tuinen, alles rijk versierd.
Hwand to Stâveren ånd allingen thåt Aldergâ thêr wrdon tha besta wêrskêpa maked fon herde êken wod thêr nimmerthe nên rot an ne kvmth. Thahwila tha sêkampar by my byde, wêron svme Juttar nêi Texland fâren ånd dânâ wêron hja nêi Friso wêsen. Tha Sêlandar hêdon felo fon hjara storeste knâpum râwed, thi moston vppa hjara benka roja, ånd fon hjara storeste toghtera vmb thêr by bern to têjande.
Sommige der Joniers, die meenden dat zij van het Alderga volk gesproten waren, gingen daarheen. Een klein deel, die waanden, dat hunne voorvaderen van de Zeven eilanden weg kwamen, gingen heen en zetten zich neder binnen den ringdijk van de burgt Walhallagara. Liudgert de schout bij nacht van Wichhirte werd mijn makker en naderhand mijn vriend.
An thås kâd fon-t Flymâre wêron nêi meld wrde thrichtich salta mâra kvmen, vnstonden thrvch tha walda, thêr mith grvnd ånd al vrdrêven wêron. To Westflyland fiftich. Thi gråft thêr fon-t Alderga thweres to het land thrvchlâpen hêde, was vrsôndath ånd vrdên. Tha stjurar ånd ôr fârande folk, thêr to honk wêron, hêde hjara selva mith mâga ånd sibba vppira skepum hret.
Wichhirte gvng mith sinum ljudum astward nêi there Êmude. Svme thêra Johnjar, thêr mênde thåt hja font Alderga folk sproten wêre, gvngen thêr hinne. En lyth dêl thêr wânde thåt hjara êthla fon tha sjugon êlanda wei kêmon, gvngon hinne ånd setton hjara selva binna tha hringdik fon thêre burch Walhallagâra del. Ljudgêrt thene skolte bi nachte fon Wichhirte wårth min åthe åfternêi min frjund.
Want te Staveren en langs het Alderga, daar werden de beste oorlogschepen gemaakt van hard eiken hout, daar nimmer verrotting in komt. Terwijl de zeekampers bij mij vertoefden, waren sommigen Jutten naar Texland gevaren en vandaar waren zij naar Friso gewezen.
Alingen thêre Rêne wêr et alên, til Lydasburch . Thêr was en grâte flyt . Invppa thisra flyt wêron âk månniska, thêr husa vp påla hêde. Men thåt nêr nên Fryas folk, men thåt wêron swarte ånd bruna månniska, thêr thjanath hêde to rojar vmbe tha butafârar to honk to helpane. Hja moston thêr bilywa til thju thju flâte wither wêi brûda. To tha lersta kêmon wi to-t Alderga.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek