Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Gelukkig behoefde de kleine troep van master James Burbank dat niet te doen, want het vaartuig kon nog steeds de Sint John opstevenen en bijgevolg de expeditie dwars door de streken van beneden-Florida voeren. De dag ging zonder eenig voorval voorbij. Zoo ook de nacht. De rivier was en bleef eenzaam en verlaten. Geen enkel vaartuig werd op hare oppervlakte, geen enkele hut op hare oevers bespeurd.
"Zóó, zonder wapens, zal ik komen en u overwinnen," was John Starhurst 's antwoord, en na zijn bril afgeveegd en recht gezet te hebben, kwam hij naar voren. De Boeli hief zijn knots omhoog, en wachtte. "In de eerste plaats, mijn dood zal u geen enkel voordeel brengen," begon het betoog. "Ik laat het antwoord aan mijn knots", was de repliek van den Boeli.
Gij weet wel dat het geen plicht is. Het kan geen plicht wezen. Als de menschen willen dat hunne slaven niet wegloopen, laten zij ze dan goed behandelen, dat is mijne leer. Als ik slaven had ik hoop dat ik ze nooit hebben zal zou ik het wel er op durven wagen of zij van mij zouden wegloopen, en dat zoudt gij ook, John.
"Welk belang zal iemand nog hebben om in den grond te wroeten, om kleine bijna waardelooze diamanten te vinden, van het oogenblik af dat het even gemakkelijk zal zijn om door de nijverheid diamanten van alle afmetingen te vervaardigen als een brood van vier pond te bakken!" "Maar dat is monsterachtig!...." hernam John Watkins.
Hij verliet het venster en zich tot Cyprianus wendende: "Mijnheer Méré," sprak hij op statigen toon, "gij hebt mij daar een grooten dienst bewezen en ik weet niet hoe ik dien ooit zal kunnen vergelden." Vergelden!.... O! John Watkins had daartoe een zeer eenvoudig middel! Zou het hem zoo moeilijk vallen zijn belofte te houden, namelijk den jongen man de hand zijner dochter te schenken?
»Ik was alleen", ging de verteller voort, na eene teug genomen te hebben uit zijne kroes. »Ik was alleen. Bij geluk had Sir John op het Beechey-eiland in eene cairn eenen ruimen voorraad achtergelaten van levensmiddelen en allerhande benoodigdheden; ook eene stevige sloep met toebehooren. Nu moet ge bovendien weten, dat die ziekte van mij eene bijzonder vreemdsoortige ziekte was geweest.
"Komaan Max", zei John Cort, "denk toch niet aan zoo iets onzinnigs en wees liever blij, dat wij zulk een woud kunnen omtrekken. Ik heb geen lust mij in zulk een doolhof te wagen!" "Wie weet wat er in verborgen is!" "En wat zou er in verborgen zijn, Max? Onbekende rijken, betooverde steden, vreemde dieren, olifanten met zes pooten of negers met drie beenen?"
"Miss Watkins!" fluisterde haar Cyprianus toe, terwijl hij zich eerbiedig voor haar boog, "ik zou mij wel als mededinger willen opdoen, maar mag, kan ik dat zonder uwe toestemming?" "Die hebt gij, mijnheer Cyprianus," antwoordde zij levendig, "en ik voeg er mijne beste wenschen bij." "Dan ben ik bereid om naar het uiteinde der wereld te reizen," zei hij terwijl hij zich tot John Watkins wendde.
De plantengroei was op het terrein, dat rondom het meer slechts eene geringe verhevenheid aanbood, niet zoo ontwikkeld als op de beide oevers van de Sint John. Onafzienbare moerasgronden strekten zich allerwege uit.
Ik ben krankzinnig van geluk! Kijk.... wat ik u breng!" En hij wierp zijn diamant, meer dan hij hem legde, op de tafel tusschen de beide spelers. Evenals Nathan en Jacobus Vandergaart, begrepen deze beide mannen dadelijk wat er gaande was. John Watkins, die nog maar zeer weinig gin gebruikt had, was buitengewoon helder van geest.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek