United States or Caribbean Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zulk een student was zonder twijfel mijn onbekende neef Pieter Stastok. "Hoe komt het, Piet! dat je neef Hildebrand misgeloopen bent?" vroeg tante verwonderd.

"Die wacht op het voorjaar," zei Melchior Sinclaire. "Maar ze zal nog wat geduld moeten hebben." De duif kwam zoo regelmatig terug, dat hij zijn horloge uithaalde en op haar lette. Precies iedere drie minuten kwam ze terug. "Neen, kleintje!" zei hij, "meen je, dat het voorjaar in drie minuten klaar komt? Je moet leeren wachten." En zelf moest hij ook wachten; maar hij had den tijd.

"Dat zou ik u niet aanraden; voor tien francs meer schilder ik u met uw suiker-brochure in uw handen, dat zal meer effect maken." "Waarachtig, u hebt gelijk!" "Lieve Hemel," zeide Schaunard in zichzelf; "als hij zoo doorgaat, dan barst ik nog los en gooi ik hem een van mijn stukken naar zijn hoofd." "Heb je gezien?" fluisterde Marcel hem in. "Wat?" "Hij heeft een rok."

Ze scheen 'n jaar of twintig te zijn. Ze zag wat bleek, haar oogen lagen diep in grijze schaduw. Haar japon was heel eenvoudig, van een roomkleurige stof met een breede ceintuur en een paar groote strikken van geel satijn. Anna sprak haar aan, op hartelijken toon met een zweem van medelijden. "Lucie, mag ik je 's even voorstellen: meneer Bandt,.... juffrouw Tadingh."

Ik wou ze zaten in de hel, waar ze veel gauwer zouden drogen dan in de keuken, vloekte Halef. Wat moeten wij nu doen, Sihdi? Hm! Dat moet overlegd worden. Ik meen, dat wij Er liet zich een stem hooren. Wij hadden de deur niet gegrendeld en iets aan laten staan, zoodat het licht naar buiten viel. Wie heeft je verlof gegeven om hier naar toe te gaan? Het meisje kromp ineen van schrik.

"Ik heb met je beiden diep medelijden en ik zou overgelukkig zijn, als ik dat kon arrangeeren," zeide Stipan nu nog koener lachend. "Stil! zeg niets! Als het God maar behagen mocht, dat ik aan mijn gevoelens steeds de juiste uitdrukking kon geven. Ik ga naar hem toe." Anna zag hem met nadenkende, glanzende oogen aan en antwoordde niets.

"Na mama's dood kreeg ik d'r overschot; 'n kappitaal van zès duzend gulde! Wat 'n zonde, hoor 'k je denke.

Weet je, hier! mooie woorden, en knooien in 't geniep.

"En, jongen," zeide hij en stond op en legde mij de hand op den arm, "ik wil je niet in den weg staan en ik wil den helderen hemel van je geluk niet verduisteren, want dat lieve kind is voor jou geboren, en dat meisje is goed!" En daarbij kneep hij mij in den arm met zijne oude breede vuist, dat ik dacht: "Als zij zóó is, dan is zij meer dan goed."

Moeder Armelo zou verder met wat opleiding een uitmuntende tooneelspeelster zijn geweest. Zie maar, ook nu is er in haar blik een soort van vertwijfeling te lezen terwijl ze, het gesprek vervolgende, zegt: "Maar mijn hemel kind, denk je dan niet dat je arme vader er in stilte onder lijdt?" "Ik heb er niets van gemerkt ma." "Daarom zeg ik in stilte.