Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
Rousseau treedt op als verdediger van Jean Jacques en aanklager van diens vijanden: ten slotte geeft de Franschman zich gewonnen; samen besluiten zij, te trachten het komplot tegen den onschuldig-vervolgde op het spoor te komen.
Diep geroerd, omhelsde Babet mij op hare beurt. Zij keek door het venster op het gebladerte en de rivier, de weiden en den hemel, en zeide toen glimlachend: "Gij hebt gelijk, Jean. Deze streek is goed voor ons geweest en zal het ook zijn voor onzen kleinen Jacques.... Oom Lazare, gij zult tot peter dienen aan een pachter".
Toen zij uitgeput weer op dak klommen, riep ik uit: "En tante Agathe, Jacques en Rose?" Zij schudden het hoofd. Groote tranen stonden in hun oogen. Uit de weinige woorden, welke zij mij zeiden, begreep ik dat Jacques' hoofd verbrijzeld was door den schok van een balk. Rose had zich aan het lijk van haar man vastgeklemd en was door hem mee in de diepte gesleurd.
Het huwelijk schijnt intusschen niet te zijn doorgegaan, althans in de trouwboeken der gemeente vond ik alleen een Jacques de Brune, getrouwd 11 Mei 1609. Het is er verre vandaan, dat nu alles zou zijn onderzocht, waarnaar volgens wet en gewoonte bij den ondertrouw een onderzoek diende te worden ingesteld.
"Lieve jongen!" zeide zij tot Jacques; "ik zal je honderd maal meer zoenen geven, dan de boom bladeren heeft .... En zij voegde eraan toe: "Ik voel me trouwens veel beter .... Ik zal heel gauw weer uit kunnen gaan, maar omdat het zoo koud is en ik geen winterhanden wil krijgen, moet je een mof voor me koopen." Gedurende den geheelen duur van haar ziekte was die mof haar eenige wensch.
"Ken je me niet?" vroeg 't jongmensch. Ik zeg "Neen". "Wel", antwoordde hij, "ik ben Jacques Perk. We zijn samen op de H.B.S. geweest; ik zat in 3b en jij in 3a". Toen begon 't wat in me te dagen, ik herkende hem zoo'n beetje. Hij wou graag kennis met mij maken, want hij had 't een en ander van mij gelezen, en schreef zelf ook verzen, naar hij vertelde. Ik praatte dan met hem, ging met 'm mee, en hij las mij voor zijn "Mathilde". Daar werd ik geweldig door getroffen. Wat blikkie! dacht ik, dáár heb je nou een Hollandsch dichter, d
Morgen gaan we samen uit .... dan is het Allerheiligen; het zal koud zijn, ga een mof voor me koopen .... Ik heb zoo vreeselijk het land aan winterhanden." Jacques wilde met zijn vriend weggaan; Francine echter vroeg den dokter nog even te blijven. "Ga jij de mof koopen, Jacques," zeide zij; "neem maar een goede, dan duurt hij des te langer."
Dien avond was daarentegen mademoiselle Francine buitengewoon opgewekt, toen zij naar huis terugkeerde en evenmin als Jacques' droefgeestigheid had Francine's opgewekte stemming een bepaalde oorzaak: het was een vroolijkheid, die, om zoo te zeggen, uit den hemel valt en die de goede God in goede harten doet nederdalen.
Zij bleef daar staan, met opengesperden mond en groote strakke oogen, slechts naar het raam turende. Ik had mij op de vensterbank neêrgezet, de ooren vervuld van het geloei der wateren, en ik zou niet weten te zeggen hoe lang Babet en ik in die smartelijke verdooving gedompeld bleven, toen een stem mij riep. Het was Jacques die zich aan den muur, onder het raam, vastklemde.
Toen Jean Jacques twaalf jaar was kreeg zijn vader op de jacht een hartstochtelijk jager was hij twist met een zekeren kapitein Gautier, die gediend had in de lijfwacht van den koning van Polen. Isaac, prikkelbaar en heetbloedig, achtte zich beleedigd, en toen hij den ouden ijzervreter een poos na hun twist in de stad tegen kwam, trok hij zijn zwaard, viel hem aan en verwondde hem.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek