Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


Voor hem gekomen, bleef de Heer Bos even staan, hield het oog op hem gevestigd, deed een stap achteruit en zeide toen met een duidelijke, doch zachte stem: "Jacobus Blaek!" "Frederik Van Lintz!" riep deze, verbleekende, terwijl hij opsprong en zijn bekende van vroegere jaren met een blik van verbazing en schrik aanstaarde.

Zeer zelden kreeg Jacobus Vandergaart een "briolet" te slijpen, dat wil zeggen: een diamant die noch bovenvlak, noch benedenvlak geeft, maar die den vorm eener peer aangenomen heeft. De brioletten worden in Indië bij hun dun einde doorboord, om er een koordje door te kunnen rijgen.

De andere was een grijsaard, geheel gekleed in grauw lijnwaad; op het hoofd droeg hij een witte kap met afhangende vleugels, evenals de beelden der oude Egyptische priesters. Ongetwijfeld was hij de offeraar dezer onmenschelijke schurken. Beiden naderden tot mijnen vriend Jacobus.

Die beschouwing verdreef wel ietwat de droombeelden, waaraan de jonge ingenieur zich in de eerste dagen na zijn ontdekking had overgegeven. Ja, nu verscheen hem die diamant, hoe bewonderenswaardig hij ook genoemd moest worden, nadat hij uit de handen van Jacobus Vandergaart gekomen was, slechts als een waardelooze keisteen, die niet eens de zinsbegoocheling der zeldzaamheid bezat.

Laat ons onder onze eigen Kommandant onze broeders helpen, en hebben wij eenmaal Dingaan gestraft, dan is het gevaar voorbij, en zal de toekomst ons leren wat ons te doen staat." Een bejaard man, Jacobus Naudé, nam het woord en vroeg: »Moet ik neef Barend goed verstaan?

Koning Karel II, wiens geldmiddelen steeds in een' berooiden toestand verkeerden, moest zijn' broeder Jacobus, Hertog van York, toch ook eenige inkomsten geven, en daar hij zelf geen geld had, zoo gaf hij de Kolonie Nieuw-Nederland aan hem.

"Neen," antwoordde Cyprianus liefderijk; "niemand, daar ben ik verzekerd van, zal dat werk met meer zorg en niet meer handigheid verrichten dan gij. Houd dien diamant, mijn waarde Jacobus, en slijp hem op uw gemak en naar uwen smaak. Gij zult er een kunststuk van maken! Dat is eene afgedane zaak!"

"Zeven of achtmaal grooter dan de Regent, die honderd zes en dertig karaten weegt," ging Jacobus Vandergaart voort. "Twintig of dertigmaal grooter dan de diamant van Dresden, die er slechts een en dertig weegt!" riep Nathan. En hij voegde er aan toe: "Ik reken dat deze, na geslepen te zijn, nog vier honderd karaten zal wegen! Maar hoe kan men zich aan eene taxeering van zoo'n steen als deze wagen?

Bij voorbaat ontwierp hij reeds een schrikkelijke schildering van hetgeen dan zou gebeuren, wanneer hebzuchtige menschen zijn groententuin zouden binnendringen, daar zijne perken en bedden zouden omwoelen, en hem eindelijk van zijne bezittingen zouden verdrijven en die onteigenen. Want, er viel niet aan te twijfelen, dan zou hem een dergelijk lot als dat van Jacobus Vandergaart treffen!

"Ja, nu bemerk ik inderdaad eene zekere gelijkenis. Gij, gij zijt Jacobus Loris? En wat doet gij in die ton?" "In welke ton?" "De ton waarin uw lichaam is verborgen." "Wel, die ton ben ik zelf. Had ik mijne armen nog, om mijn vest los te knoopen, ik zou u overtuigen...." "Maar waar zijn toch uwe armen en beenen gebleven?" riep ik. "Mijne armen en beenen? Waar ze gebleven zijn?

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek