United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


Neen, ik beloof u, mijn kind, ge zult niet gaan. Ik zal er voor zorgen. Jérôme is geen slecht mensch, dat zult ge wel zien; hij heeft verdriet en maakt zich over onze toekomst bezorgd. Wij zullen werken en gij immers ook? Ja, ik zal alles doen, wat gij wilt. Maar zend mij niet naar het gesticht. Gij zult niet gaan, op ééne voorwaarde: dat ge nu dadelijk slapen gaat.

Jozef verveelde zich te Genua en wilde consul worden; ook wilde hij deelnemen aan de uitrusting van twee kaperschepen. "Kom naar Parijs; hier staan tafel en bed, paard en rijtuig tot je beschikking. Ik mis je bijzijn in zoo hoog mate" schreef Napoleon hem. Ook Jérôme vergat hij niet, maar plaatste hem te Parijs voor zijn rekening op een kostschool.

Die woorden wekten een groote verbazing bij den ouden heer en niet minder bij Moralès. "Wat zegt gij mij daar?" riep de grijsaard, "Zijt gij de zoon van den handelsvriend van mijn broer??" "Ja, mijnheer Jérôme de Moyadas," zei ik, terwijl ik hem omhelsde, "ik ben de gelukkige sterveling voor wien de aanbiddelijke Florentine bestemd is.

En toen? Een geruime tijd ging er voorbij. Toen ik zoolang gewacht had, kon ik ook nog wel wat langer wachten. Hoe oud is hij nu? Acht jaar. Welnu, dan zal hij op zijn achtste jaar dáárheen gaan, waar hij vroeger naar toe had gezonden moeten worden en dat zal nu niet prettiger voor hem zijn; dat heeft hij er dus mede gewonnen. O Jérôme, dat zult gij toch niet doen! Zou ik dat niet doen?

Jérôme trad toen naderbij en zeide, dat hij het wilde medenemen. Men gaf het hem. Ik had juist een kind van denzelfden leeftijd; maar ik kon er wel twee voeden. En zoo ben ik uw moeder geworden. O, moeder! Drie maanden later verloor ik mijn eigen kind en ik hechtte mij toen nog meer aan u. Ik vergat dat gij mijn zoon niet waart.

Misschien, dacht Napoleon, zou hij een groote rol ter zee kunnen vervullen evenals zijn broers in het leger en in de politiek! Aanvankelijk ging het goed en kon Gautheaume gunstige rapporten over zijn discipel aan Napoleon zenden. Jérome viel het niet moeilijk aan de nieuwe omgeving te wennen en voelde zich ook ter zee geheel op zijn plaats.

Intusschen was uit het Oosten een monnik naar Valencia gekomen, Bisschop Don Jerome, die in verre landen van den moed van den Cid had gehoord, en ernaar verlangde, tegen de ongeloovigen te strijden. De Cid was zeer met hem ingenomen en stichtte het bisdom Valencia voor den dapperen Christen, wiens eenige gedachte was, het Christendom te verspreiden en de Saracenen uit te roeien.

Dat heb ik, evenals gij nu, ook aan Jérôme gevraagd. Hij zeide, dat hij er niets van wist. Toen vertelde hij, dat hij naar Parijs ging om den muzikant op te zoeken, aan wien hij u verhuurd had en die hem zijn adres had gegeven in de rue Lourcine bij een anderen muzikant, Garofoli. Die beide namen heb ik onthouden; onthoud ze ook. Ik ken die namen al, wees gerust.

Gij kunt begrijpen hoe nieuwsgierig ik was om te weten, wat er was behandeld tusschen mijn man en dien heer, die misschien uw vader was, maar op al mijn vragen gaf Jérôme geen antwoord. Hij zeide mij alleen, dat die heer niet uw vader was, maar dat hij op verzoek van de familie onderzoek naar u deed. En waar is mijn familie? Wie is ze? Heb ik een vader? een moeder?

Niemand die de onlangs verschenen brochure van den heer Van Vloten: Kiezersindrukken, te boek gesteld tot waarschuwing en opwekking van ieder naar ware vryzinnigheid strevend Nederlander, aandachtig leest, zal durven beweren dat ik my te sterker uitdrukte, toen ik in m'n Pruisen en Nederland zeide: «wie 't oog slaat op de keukens waar de parlementspoppen gebakken worden, is er misselyk van». Ook de t.z.p. aangehaalde woorden van LOUIS REYBAUD den eerlyken en scherpzinnigen auteur van Jerôme Paturot roep ik by dezen in 't geheugen van ieder die de publieke zaak met gezond verstand en goede trouw wil behandeld zien.