Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


Eve, o Eve! kreet hij, want door de ironie harer doffe stem schemerde zulk eene smart heen, dat hij ontzette, radeloos, niet wetend, hoe hij haar troosten zoû. Zeg me alleen dit! vroeg zij, hem naderend, met haren vreemden blik in den zijne.

Tot overloop van ironie belachte hun oude aanvoerder hun onvruchtbare pogingen en ried hun bij wijze van bittere scherts aan, zich met de parlementaire socialisten te vereenigen, jegens wie zijn haat niet was verminderd. Na eenigen tijd getracht te hebben zich voort te sleepen, moest de Socialistenbond er wel toe komen om dit besluit aan te nemen, hoe groot ook hun tegenzin was.

Je bent nu immers veel te oud om nog eens te trouwen; wat zal je met jouw geld doen? Meenemen? Loop voor Joost, ontmaak het kind uw goed, zij heeft genoeg. Procedeeren? Ei, spreek eerst den advocaat naast den Gouden Ketting eens. Zoo die 't u aanraadt, hier is je man. Heb ik te veel gezegd van zijn gevatheid en z'n nimmer 'n blaadje voor den mond nemende, bijtende ironie?

Sinds hij den mannelijken ouderdom had en ambtenaar was, legde hij genoegzaam zijn geheelen godsdienst in de politie, zijnde hij wij zeggen dit zonder eenige ironie en in den ernstigsten zin spion gelijk men priester is. Hij had een opperheer, den heer Gisquet; hij had tot dezen dag weinig aan dien anderen opperheer, God, gedacht.

Zooals Hij lief heeft, wie Hem wederliefde bewijst, zoo moet ook ik mijne liefde schenken aan haar die mij lief heeft. In den Verkeerden Martijn hebben wij een aardig voortbrengsel van middeleeuwsche ironie. Met talent zijn hier MAERLANT'S redeneeringen uit den Eersten Martijn omgekeerd en tegen de zijne overgesteld.

Bronsveld, had ternauwernood zijn voet over den drempel van het Binnenhof gezet, of hij vereenigde zich met de rechterzijde en ging niet meer accoord met de onverzoenlijkheid van zijn meester. Dit gaf Dr. Kuyper de ondeugende ironie in den mond; »dat de Utrechtsche Kroniekschrijver door zijn eigen geesteskinderen werd opgegeten."

Zoo overwint de oneindigheid in ons den Mefistofeles. Maar voorloopig is de verhouding nog andersom en kant zich Mefisto met verstorende bedoeling tegen Faust, Meesterlijk hanteert hij de ironie, dit ideëele middel om de waarheid omver te loopen; de ironie rukt alles uit zijn hooge verband en brengt het verhevene tot het alledaagsche terug.

Doch ironie is bij WILLEM, en over het algemeen in de middeleeuwsche literatuur, betrekkelijk schaarsch. Gewoonlijk tracht ook deze leerdichter zijn publiek rechtstreeks te overtuigen; doch van hoe weinig idealisme getuigen doorgaans zijne gelijkvloersche argumenten. De tien geboden moet men houden. Waarom? Men leeft langer en heeft veel minder te doorstaan dan zij, die ze overtreden; die overtreders immers worden zelden oud, hunne zorgeloosheid kost hun het leven of maakt hen jichtig en lam. Met "wychelinge" [Zijnoot: de zwarte kunst.] moet men zich niet afgeven: zij brengt geen voordeel aan.

Nu verzette haar trots zich: wat hoefde hij er naar te vragen, hij, die alleen maar spotten kon; wat ging 't hem aan? En met 'n lichte ironie, die hij niet van haar kende, antwoordde ze: "Ja, erg in trek zijn die tegenwoordig niet... Ik heb ze maar zelf grootendeels weg gedaan, dat ik plaats hield voor andere dingen, practische dingen." "Beeld-je je dit alles in, of ben-je wezenlijk veranderd?

Navjato is niet zeer ver van de Hongerbaai, die zoo genoemd wordt, omdat men er geraamten van een groot deel van Franklin's gezellen vond, en men neemt aan dat ze hier op den weg naar het Zuiden van honger zijn omgekomen. De ironie van het noodlot wil, dat juist deze plek zulk een naam draagt, want het is een der mooiste en rijkste punten van de noordkust van Amerika.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek